Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
eentoen voor het publiek toegankelijke winkel aan de Stadhouderskade, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde] , welk geweld bestond uit het dreigend opdringen tegen [benadeelde] en uit het stompen tegen het gezicht van [benadeelde] .
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
- de omstandigheid dat de benadeelde partij bij het gewelddadige incident fors letsel aan zijn rechteroog heeft opgelopen dat een afname van het gezichtsvermogen tot gevolg heeft gehad die tot op heden aanwezig is, dat hij daaraan geopereerd zal moeten worden en dat de prognose voor het zicht veraf gunstig, maar zeker niet gegarandeerd is, dat het accommodatievermogen (het scherpstellen voor het zicht dichtbij) niet te herstellen is en dat het noodzakelijk is dat de benadeelde partij in de toekomst onder regelmatige specialistische controle en behandeling blijft;
- de benadeelde partij in verband met de psychische gevolgen van het incident geruime tijd onder behandeling bij een psycholoog heeft gestaan;
- de benadeelde partij van de visuele beperking hinder heeft ondervonden bij het volbrengen van zijn opleiding en zijn (weekend)baan als beveiliger heeft moeten opgeven;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters wordt toegekend.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
€ 4.035,84 (vierduizend vijfendertig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 1.010,84 (duizend tien euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 3.025,00 (drieduizend vijfentwintig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 4.035,84 (vierduizend vijfendertig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 1.010,84 (duizend tien euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 3.025,00 (drieduizend vijfentwintig euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.