ECLI:NL:GHAMS:2017:2192
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van oplichting en verduistering in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van oplichting en verduistering. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld. De verdachte werd beschuldigd van het oplichten van een slachtoffer door te doen alsof hij connecties had bij woningbouwvereniging Stadsgenoot en een woning voor het slachtoffer kon regelen. De verdachte zou het slachtoffer hebben bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van €2000,00. Tijdens de zittingen in hoger beroep is gebleken dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor oplichting. Het hof concludeerde dat het enkele feit dat de afspraak tussen de verdachte en het slachtoffer niet is nagekomen, niet voldoende was om tot een bewezenverklaring van oplichting te komen. Er ontbraken cruciale gegevens over de woningbouwvereniging en de betrokkenheid van een derde persoon, wat het bewijs verder ondermijnde. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van de rechtbank en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan oplichting of verduistering.