ECLI:NL:GHAMS:2017:2178

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
23-003956-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de economische politierechter inzake taxivervoer met niet-gecontroleerde taxameter

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1972, werd beschuldigd van het verrichten van taxivervoer met een auto waarvan de ingebouwde taxameter niet binnen een jaar was gecontroleerd. De tenlastelegging betrof een incident op 17 oktober 2013 te Schiphol, waar de taxameter voor het laatst op 9 oktober 2012 was gecontroleerd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het bewezen verklaarde als strafbaar gekwalificeerd. De verdachte werd eerder veroordeeld tot een geldboete van € 650,00 of 13 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf gevorderd. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak en de beperkte draagkracht van de verdachte in overweging genomen en heeft besloten tot een deels voorwaardelijke geldboete van € 750,00 en 15 dagen hechtenis, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De uitspraak is gedaan door de economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, met inachtneming van de relevante wettelijke voorschriften.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003956-16
datum uitspraak: 24 mei 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 september 2016 in de strafzaak onder parketnummer 96-031943-16 tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 17 oktober 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, als vervoerder taxivervoer heeft verricht met een auto, voorzien van het kenteken [kenteken] , terwijl de in die auto ingebouwde taxameter niet binnen een termijn van één jaar was gecontroleerd, immers was de taxameter voor het laatst op 9 oktober 2012 gecontroleerd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 oktober 2013 te Schiphol als vervoerder taxivervoer heeft verricht met een auto voorzien van het kenteken [kenteken] , terwijl de in die auto ingebouwde taxameter niet binnen een termijn van één jaar was gecontroleerd, immers was de taxameter voor het laatst op 9 oktober 2012 gecontroleerd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete van € 650,00 subsidiair 13 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft in een taxi gereden met een taxameter die niet tijdig was gekeurd. Verdachte heeft ter zitting in hoger beroep aangevoerd dat hij weliswaar de meter op 9 oktober 2013, een kleine twee weken voor de bewezenverklaarde datum, had moeten laten keuren, maar dat dit er door privéomstandigheden bij was ingeschoten. Verdachte heeft de regels overtreden die beogen de consument zekerheid en bescherming te bieden inzake het betalen van een juist tarief voor taxivervoer.
Het hof houdt rekening met wat omtrent de beperkte draagkracht van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep door hem naar voren is gebracht.
Het hof acht, alles afwegende, een deels voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht, artikel 79 van de Wet personenvervoer 2000, artikel 78 van het Besluit personenvervoer 2000, artikel 1 van de Regeling periodieke controle taxameters en de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 11 september 2016 onder CJIB nummer [cjib nummer] .
Ten aanzien van het bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de geldboete, groot
€ 650,00 (zeshonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
13 (dertien) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. A.T. de Muinck - Dezentje, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 mei 2017.
Mr. A. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.