ECLI:NL:GHAMS:2017:2162

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
200.200.870/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot verhoging van de onderzoekskosten in een procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] en de besloten vennootschap KINDERDAGVERBLIJF HET ZAANS STATIONNETJE B.V. De Ondernemingskamer had eerder op 13 december 2016 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Zaans Stationnetje over een bepaalde periode. Dit onderzoek was vastgesteld op een maximum bedrag van € 20.000, exclusief omzetbelasting. In de daaropvolgende beschikking van 16 december 2016 werden de onderzoekers en de beheerder van de aandelen benoemd.

Op 4 april 2017 verzocht de onderzoeker om het budget voor het onderzoek te verhogen met € 17.500, waardoor het totaal op € 37.500 zou komen. De Ondernemingskamer stelde partijen in de gelegenheid om hierop te reageren. Verweerster, vertegenwoordigd door mr. M. van Schoonhoven, gaf aan geen bezwaar te hebben tegen de verhoging van het budget.

De Ondernemingskamer heeft, gezien het ontbreken van bezwaren en de redelijkheid van het verzoek, besloten het bedrag voor het onderzoek te verhogen naar € 37.500. Tevens werd bepaald dat Zaans Stationnetje aanvullende zekerheid moest stellen voor de betaling van dit bedrag. De beschikking werd uitgesproken op 2 mei 2017 door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.200.870/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 2 mei 2017
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. E. Cekic, kantoorhoudende te Zaandam, gemeente Zaanstad,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KINDERDAGVERBLIJF HET ZAANS STATIONNETJE B.V.,
gevestigd te Zaanstad,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. M. van Schoonhovenen
mr. L. Sluiter, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoekster worden aangeduid met [A] en verweerster met Zaans Stationnetje.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen in deze zaak van 13 december 2016 en 16 december 2016.
1.3
Bij de beschikking van 13 december 2016 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Zaans Stationnetje over de periode vanaf 7 oktober 2013, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 20.000 (de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen). Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding, [A] , [B] en [C] geschorst als bestuurder van Zaans Stationnetje en in hun plaats jhr. drs. L.M. Rutgers van Rozenburg (verder: Rutgers van Rozenburg) benoemd en de aandelen in Zaans Stationnetje – met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders – ten titel van beheer overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken beheerder.
1.4
Bij de beschikking van 16 december 2016 heeft de Ondernemingskamer mr. M.L. Bremer als onderzoeker en mr. drs. T.S. Jansen als beheerder van aandelen als bedoeld in de beschikking van 13 december 2016 aangewezen.
1.5
Bij brief met bijlagen van 4 april 2017 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen met een bedrag van € 17.500 (de omzetbelasting daarin niet begrepen) tot € 37.500 (de omzetbelasting daarin niet begrepen). Bij brief van diezelfde dag heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld uiterlijk op 12 april 2017 te reageren op het hiervoor bedoelde verzoek van de onderzoeker. Een kopie van de brief is verstuurd aan de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder, beheerder en onderzoeker.
1.6
Bij brief aan de Ondernemingskamer van 11 april 2017 heeft mr. Van Schoonhoven om een uitstel van twee weken verzocht voor het indienen van een eventuele reactie op het verzoek van Bremer. Diezelfde dag heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen per e-mail bericht (met kopie aan de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder, beheerder en onderzoeker) dat de in de brief van 4 april 2017 genoemde termijn wordt verlengd van 12 april 2017 naar 20 april 2017.
1.7
Bij brief van 20 april 2017 heeft mr. Van Schoonhoven namens Zaans Stationnetje aan de Ondernemingskamer bericht dat Zaans Stationnetje geen bezwaar heeft tegen de verhoging van het onderzoeksbudget zoals verzocht.
1.8
Van de overige partijen heeft de Ondernemingskamer niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

Nu tegen het verzoek van de onderzoeker geen bezwaren zijn ontvangen en het verzoek de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhogen zoals verzocht.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 37.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat ten genoegen van de onderzoeker Kinderdagverblijf het Zaans Stationnetje B.V. aanvullende zekerheid dient te stellen voor betaling van dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en dr. P.M. Verboom, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 mei 2017.