ECLI:NL:GHAMS:2017:2151
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen een notaris inzake ruilverkavelingsakte en onderzoeksplicht
In deze zaak hebben klagers, die mede-eigenaren zijn van het in [provincie] gelegen 'Landgoed [naam]', een klacht ingediend tegen notaris mr. [naam] te [plaats]. De klacht betreft de ruilverkavelingsakte van 22 maart 2013, waarbij klagers de notaris verwijten dat hij zich onvoldoende heeft laten voorlichten en dat hij heeft nagelaten zelf onderzoek te verrichten. Klagers stellen dat de notaris had moeten constateren dat bij de herverdeling van percelen er rechten van vruchtgebruik zijn gevestigd die niet correct waren. De kamer voor het notariaat in Arnhem-Leeuwarden heeft de klacht op 2 november 2016 ongegrond verklaard, waarna klagers in hoger beroep zijn gegaan.
De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij zich diende te houden aan het vastgestelde Plan van Toedeling en dat hij geen redelijke grond had om de ruilverkavelingsakte niet te passeren. Tijdens de behandeling van de zaak op 30 maart 2017 is de gemachtigde van klagers, de notaris en een medewerker van het notariskantoor verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken en de argumenten van beide partijen.
Het hof heeft de beoordeling van de kamer gevolgd en geconcludeerd dat de rol van de notaris in deze wettelijke ruilverkaveling beperkt was. Er was geen zelfstandige onderzoeksplicht voor de notaris, en de wijzigingen die klagers nadien onderling hebben afgesproken, hebben geen invloed op de eerdere beslissing. Het hof heeft de klacht van klagers ongegrond verklaard en de beslissing van de kamer bevestigd.