ECLI:NL:GHAMS:2017:2139
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot tussenkomst in hoger beroep door FEBO BEHEER B.V. in zaak tussen [X] FASTFOOD B.V. en VICTORIA HOTEL C.V.
In deze zaak heeft [X] FASTFOOD B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 januari 2017 is gewezen. Dit hoger beroep betreft ook eerdere tussenvonnissen van 20 juni 2014 en 24 oktober 2014. FEBO BEHEER B.V. heeft op 28 maart 2017 een incidentele conclusie tot tussenkomst ingediend, omdat zij belang heeft bij de uitkomst van de procedure en zelfstandig vorderingen tegen [X] en VICTORIA HOTEL C.V. wenst in te stellen. De betrokken partijen zijn [X] als appellante, VICTORIA HOTEL C.V. als geïntimeerde en FEBO als tussenkomende partij.
Tijdens de procedure heeft VICTORIA HOTEL C.V. zich gerefereerd aan het oordeel van het hof, terwijl [X] heeft verzocht om toewijzing van de vordering van FEBO tot tussenkomst. Het hof heeft beoordeeld of aan de eisen van artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is voldaan. Het hof concludeert dat dit het geval is en heeft de incidentele vordering van FEBO tot tussenkomst toegewezen.
De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. Het hof heeft de zaak vervolgens naar de rol verwezen voor een memorie van grieven aan de zijde van [X] en een memorie van eis in interventie aan de zijde van FEBO. De verdere beslissing is aangehouden.