ECLI:NL:GHAMS:2017:2082
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie in vordering tot opheffing schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 mei 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2017. De rechtbank had de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren in 1996. De verdachte was op 18 april 2017 aangehouden wegens overtreding van de Opiumwet. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van de officier van justitie onder artikel 82 van het Wetboek van Strafvordering valt, waarin geen tijdsbepaling is opgenomen voor het indienen van de vordering. Hierdoor heeft de rechtbank ten onrechte de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere inhoudelijke behandeling van de vordering. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en het hof heeft bepaald dat de zaak opnieuw door de rechtbank moet worden behandeld.