CAK heeft in eerste aanleg wettelijke rente gevorderd over het bedrag van
€ 3.658,28, vanaf 14 dagen vanaf de verschillende factuurdata tot 6 mei 2010 (de dag van het uitbrengen van de inleidende dagvaarding), in totaal een bedrag van € 841,48. De grief van [appellant] is tevens gericht tegen toewijzing door de kantonrechter van deze vordering.
CAK stelt in de periode van 17 januari 2006 tot en met 29 juni 2009 in totaal 27 facturen aan het huisadres van [appellant] aan de [adres] te hebben gezonden (totaalbedrag: € 3.658,28; productie 1 conclusie van repliek bevat een overzicht van deze facturen; de facturen bevinden zich als productie 2 bij de conclusie van repliek), evenals een groot aantal betalingsherinneringen. Dat de facturen daadwerkelijk aan [appellant] zijn gezonden blijkt volgens CAK uit de printscreens voor alle 27 facturen van het computersysteem THINSY, dat registreert wanneer facturen aan klanten worden verstuurd en een directe verbinding met PostNL onderhoudt (productie 18 memorie van antwoord; als productie 17 legt CAK een door haar afdeling automatisering opgesteld memorandum over waarin de werking en functies van THINSY worden uitgelegd). De verzending van de facturen middels THINSY is vergelijkbaar met de werkwijze van verzending van bekeuringen door het CJIB, aldus CAK. Graydon Nederland B.V. (incassobureau) heeft bovendien namens CAK herhaaldelijk aanmaningen aan [appellant] gestuurd aan de ditzelfde huisadres (productie 3 conclusie van repliek). Voorts heeft [appellant] bij brief van 10 maart 2006 aan CAK (abusievelijk gedateerd op 10 maart 2005) om uitstel van betaling verzocht ten aanzien van de op dat moment openstaande facturen voor de eigen bijdrage over de jaren 2004 en 2005 (productie 15 memorie van antwoord), waarop CAK bij brief van 22 maart 2006 heeft gereageerd en daarbij een overzicht van de openstaande facturen heeft gezonden, waaronder de facturen van 17 januari 2006 ten bedrage van € 88,50 en 13 maart 2006 ten bedrage van € 206,50 (productie 16 memorie van antwoord), aldus nog steeds CAK.
[appellant] betwist de ontvangst van de facturen, de herinneringen en de aanmaningen door Graydon Nederland B.V. Verschillende instanties hebben zich in 2006 beziggehouden met het saneren van de schulden van [appellant] en het valt niet goed voor te stellen dat deze in de facturen van CAK over het hoofd zouden hebben gezien, zo stelt [appellant] . De brief van [appellant] van 10 maart 2005 is niet aan CAK gericht en ziet niet op de facturen in kwestie en de daarbij behorende periode van 2005 tot en met 2009. [appellant] heeft na verzending van zijn brief van 10 maart 2005 niets meer vernomen. Voorts blijkt uit de door CAK overgelegde printscreens uit 2010 niet dat deze betrekking hebben op de facturen gericht aan [appellant] en dat deze zijn verzonden, laat staan wanneer, aldus nog steeds [appellant] .
Uit het voorgaande volgt dat [appellant] gemotiveerd verweer voert tegen de stelling dat hij de facturen heeft ontvangen. De bewijslast van deze stelling rust op CAK. Naar het oordeel van het hof is CAK voorshands erin geslaagd dit bewijs te leveren. CAK heeft immers 27 facturen en een aantal aanmaningen door Graydon Nederland B.V. overgelegd waarop als adres steeds de [adres] wordt vermeld. Het valt moeilijk voor te stellen dat al deze facturen en aanmaningen door de jaren heen steeds ofwel niet zijn verzonden ofwel niet zijn aangekomen, mede gelet op de printscreens van THINSY. Wat dit laatste betreft geldt dat [appellant] niet heeft betwist in de verzekeringsperiode steeds te hebben gewoond aan [adres] en overigens dit adres ook vermeldt als zijn woonadres in zijn brief aan de kantonrechter van 10 juni 2010 (waarin hij reageert op de inleidende dagvaarding). Voormeld (voorlopig) oordeel wordt niet anders door de stelling van [appellant] dat in 2006 verschillende instanties zich bezig hebben gehouden met het saneren van zijn schulden. Nu [appellant] een bewijsaanbod heeft gedaan, zal hij in de gelegenheid worden gesteld tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat [appellant] omstreeks de periode van 17 januari 2006 tot en met 29 juni 2009 in totaal 27 facturen van CAK (productie 2 conclusie van repliek) heeft ontvangen. Wanneer [appellant] mocht slagen in dit bewijs zal de vordering ter zake de wettelijke rente ten bedrage van € 841,48 worden afgewezen. Wanneer [appellant] niet slaagt in het bewijs, zal deze vordering worden toegewezen.