ECLI:NL:GHAMS:2017:1822
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- F.A. Hartsuiker
- P.A.M. Hoek
- G.M. Boekhoudt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep na verzoek tot intrekking
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 juni 2016. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak, maar heeft via een email van zijn raadsman op 2 mei 2017 laten weten het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte kennelijk geen belang meer hecht aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak in hoger beroep. Dit leidde tot de conclusie dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de oudste raadsheer en de griffier niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.