ECLI:NL:GHAMS:2017:1718
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verrekening van ziekengeld door UWV in het kader van schuldsanering en de toepassing van de Faillissementswet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verrekening van ziekengeld door het UWV met een vordering op basis van terugvorderingsbesluiten. Het UWV had eerder bedragen teruggevorderd van [X] die op grond van de Ziektewet waren uitgekeerd. Na de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 maart 2014, waarbij de wettelijke schuldsaneringsregeling voor [X] werd uitgesproken, heeft het UWV de verrekening van het ziekengeld voortgezet. De bewindvoerder van [X] heeft het UWV aangeklaagd, stellende dat de verrekening in strijd was met artikel 307 lid 1 van de Faillissementswet, dat bepaalt dat verrekening alleen is toegestaan als beide vorderingen zijn ontstaan vóór de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het hof heeft geoordeeld dat de vordering van [X] op het UWV voor ziekengeld is ontstaan vóór de uitspraak van de schuldsaneringsregeling, maar dat het UWV na deze datum geen recht had om het ziekengeld te verrekenen met de terugvorderingsvordering. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd, die de vordering van de bewindvoerder had toegewezen. Het UWV werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt de bescherming van schuldenaren onder de Faillissementswet en de beperkingen die gelden voor verrekening na de uitspraak van de schuldsaneringsregeling.