ECLI:NL:GHAMS:2017:1714
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- C.M. Aarts
- R.J.F. Thiessen
- A.M.A. Verscheure
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep arbeidsovereenkomst en vervaltermijn bij opzegging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door [appellante] tegen Randstad Resource Bedrijf Zakelijk B.V. en Randstad Uitzendbureau B.V. over de vraag of er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan na het verstrijken van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De kantonrechter had [appellante] niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, omdat zij de dagvaarding te laat had ingediend, buiten de vervaltermijn van twee maanden na de vermeende opzegging van de arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelt dat de mededeling van Randstad dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet, niet als een opzegging kan worden aangemerkt. Hierdoor is de vervaltermijn niet van toepassing en is [appellante] ontvankelijk in haar vorderingen. Het hof vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring, maar wijst de vorderingen van [appellante] af, omdat er geen voldoende basis is voor de aanspraak op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kosten van het geding in hoger beroep worden aan [appellante] opgelegd.