ECLI:NL:GHAMS:2017:1708
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en vernietiging van leaseovereenkomsten op grond van artikel 1:88/89 BW met betrekking tot verjaring en bewijsvermoeden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen Dexia Nederland B.V. inzake de vernietiging van leaseovereenkomsten op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW. De zaak is ontstaan uit een eerdere uitspraak van de kantonrechter van 7 mei 2015, waarin de vorderingen van [appellante] werden afgewezen. [Appellante] stelt dat de verjaringstermijn is gestuit door een dagvaarding in een collectieve procedure van 13 maart 2003. Het hof oordeelt dat de dagvaarding inderdaad de verjaring heeft gestuit voor de leaseovereenkomsten II en III, maar niet voor overeenkomst I, die eerder was aangegaan. Het hof volgt de kantonrechter in zijn oordeel dat het bewijsvermoeden dat [appellante] bekend was met de leaseovereenkomsten niet is ontzenuwd. De getuigenverklaringen van [appellante] en haar zoon ondersteunen haar stelling dat zij niet op de hoogte was van de financiële situatie en de leaseovereenkomsten. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [appellante] alsnog toe, waarbij Dexia wordt veroordeeld tot terugbetaling van de door [appellante] betaalde bedragen met wettelijke rente.