ECLI:NL:GHAMS:2017:1678

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2017
Publicatiedatum
4 mei 2017
Zaaknummer
200.213.243/01 OK en 200.213.247/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoeken om onmiddellijke voorzieningen in vennootschapsrechtelijke geschillen tussen Mitralis Diagnostisch Centrum B.V. en Diagnostisch Centrum Parkstad B.V.

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 4 mei 2017, zijn twee verzoeken tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen afgewezen. De verzoekers, Mitralis Diagnostisch Centrum B.V. en aandeelhouders van Radimeko B.V., stelden dat er gegronde redenen waren voor twijfel aan een juist beleid en gang van zaken binnen de vennootschappen Mitralis en Diagnostisch Centrum Parkstad B.V. De Ondernemingskamer oordeelde dat de verstoorde verhoudingen binnen de vennootschappen niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een onjuist beleid. De Ondernemingskamer benadrukte dat conflicten binnen de vennootschappelijke verhoudingen in beginsel opgelost kunnen worden zonder dat onmiddellijke voorzieningen noodzakelijk zijn. De verzoekers hadden onder andere aangevoerd dat de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders van 4 januari 2017 niet rechtsgeldig was, maar de Ondernemingskamer oordeelde dat er geen gegronde redenen waren om aan de rechtsgeldigheid van deze besluiten te twijfelen. De verzoeken werden afgewezen en verdere beslissingen werden aangehouden.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.213.243/01 OK en 200.213.247/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 mei 2017
in de zaak met zaaknummer 200.213.243/01 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MITRALIS DIAGNOSTISCH CENTRUM B.V.,
gevestigd te Heerlen,
VERZOEKSTER,
advocaten: mr. J.H. Lemstra en mr. T. Salemink, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MITRALIS DIAGNOSTISCH CENTRUM B.V.,
gevestigd te Heerlen,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIAGNOSTISCH CENTRUM PARKSTAD B.V.,
gevestigd te Heerlen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. E. Jansberg, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MITRALIS ZUYDERLAND KLINIEKEN B.V.,
2. de stichting
STICHTING ZBC ZUYDERLAND MEDISCH CENTRUM,
beide gevestigd te Heerlen,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. K.D. Meersmaen
M.J.F. Goethals,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
en in de zaak met zaaknummer 200.213.247/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RADIMEKO B.V.,
gevestigd te Heerlen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. J.H. Lemstraen
mr. R.A. Woutering, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIAGNOSTISCH CENTRUM PARKSTAD B.V.,
gevestigd te Heerlen,
VERWEERSTER,
Advocaat:
mr. E. Jansberg, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RVRD B.V.,
gevestigd te Heerlen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [....] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[F],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. C.W.M. Verberneen mr.
D. Vielvoye, beiden kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Het verloop van het geding in beide zaken

1.1
Partijen en andere (rechts)personen zullen hierna als volgt worden aangeduid:
  • Mitralis Diagnostisch Centrum B.V. met Mitralis;
  • Diagnostisch Centrum Parkstad B.V. met Parkstad;
  • Verzoekers in de zaak met zaaknummer 200.212.247 met de verzoekende aandeelhouders;
  • Belanghebbenden in de zaak met zaaknummer 200.212.247 met de overige aandeelhouders;
  • Mitralis Zuyderland Klinieken B.V. met MZK;
  • Stichting ZBC Zuyderland Medisch Centrum met Stichting ZBC;
  • Stichting Zuyderland Medisch Centrum met het Ziekenhuis;
  • [G] met [G] ;
  • [H] met [H] ;
  • [I] met [I] ;
  • [J] met [J] ;
  • [K] met [K] ;
  • [L] met [L] ;
  • [M] met [M] ;
  • [N] met [N] .
1.2
Mitralis heeft bij op 4 april 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties (geregistreerd onder nummer 200.213.243) de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Mitralis over de periode vanaf medio 2015 tot aan het moment waarop het onderzoek is afgerond met betrekking tot de in het verzoekschrift genoemde onderwerpen. Daarbij heeft zij tevens verzocht – zakelijk weergegeven – voordat een onderzoek is bevolen bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding
de prioriteitsaandelen en de gewone aandelen in het kapitaal van Mitralis over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder dan wel het stemrecht verbonden aan de prioriteitsaandelen en de gewone aandelen in het geplaatste kapitaal van Mitralis te schorsen; en
de door de prioriteitsaandeelhouders van Mitralis uitgeschreven en bijeengeroepen algemene vergadering van Mitralis van 12 april 2017 op te schorten en de houder(s) van de prioriteitsaandelen en de aandelen in het geplaatste kapitaal van Mitralis te verbieden op enige (toekomstige) algemene vergadering van Mitralis besluiten te agenderen met betrekking tot de positie van het bestuur, de voorbereiding of de uitvoering van de overdracht van het door Parkstad in Mitralis gehouden aandelenbelang, en met betrekking tot de overige in het verzoekschrift vermelde onderwerpen en geschillen;
naast de huidige bestuurder van Mitralis een derde te benoemen tot bestuurder van Mitralis;
alsmede om MKZ te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3
Bij op diezelfde dag ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties (geregistreerd onder nummer 200.213.247) hebben de verzoekende aandeelhouders de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Parkstad over de periode vanaf 1 januari 2016 tot aan het moment waarop het onderzoek is afgerond met betrekking tot de in het verzoekschrift genoemde onderwerpen. Daarbij hebben zij tevens verzocht - zakelijk weergegeven - bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding
[I] en [J] te schorsen als bestuurders van Parkstad en een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Parkstad dan wel naast de twee huidige bestuurders een derde te benoemen als bestuurder van Parkstad, welke bestuurder met uitsluiting van de overige bestuurders zelfstandig bevoegd is Parkstad te vertegenwoordigen en tevens een beslissende stem heeft ten aanzien van (eventuele) besluiten met betrekking tot de voorbereiding en de overdracht van het door Parkstad in Mitralis gehouden aandelenbelang, de positie van het bestuur van Mitralis en de overige in de verzoekschrift vermelde onderwerpen omtrent Mitralis;
de aandelen in het kapitaal van Parkstad over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder dan wel het stemrecht verbonden aan de aandelen in het geplaatste kapitaal van Parkstad te schorsen;
de al dan niet rechtsgeldig door [J] namens Parkstad uitgeschreven en bijeengeroepen algemene vergadering van Parkstad van 12 april 2017 op te schorten en de houder(s) van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Parkstad te verbieden op enige (toekomstige) algemene vergadering van Parkstad besluiten te agenderen met betrekking tot de voorbereiding en de uitvoering van de overdracht van het door Parkstad in Mitralis gehouden aandelenbelang, de positie van het bestuur van Mitralis en de overige in het verzoekschrift vermelde onderwerpen omtrent Mitralis;
alsmede Parkstad te veroordelen in de kosten van het geding.
1.4
Parkstad heeft bij op 14 april 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties (in beide zaken) de Ondernemingskamer verzocht de verzoeken van Mitralis en de verzoekende aandeelhouders af te wijzen en de verzoekende aandeelhouders hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, uitvoerbaar bij voorraad.
1.5
MZK en Stichting ZBC hebben bij op diezelfde dag ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties (in de zaak met zaaknummer 200.213.243) de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Mitralis af te wijzen althans subsidiair, voor het geval voorzieningen worden getroffen die de aandeelhoudersrechten van MZK en Parkstad beperken, [G] als bestuurder van Mitralis te vervangen door een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon, althans meer subsidiair, voor zover [G] niet als bestuurder van Mitralis wordt vervangen door een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon, de door de Ondernemingskamer naast [G] te benoemen bestuurder een doorslaggevende stem toe te kennen in de bestuursvergaderingen en te bepalen dat deze bestuurder als enige Mitralis in en buiten rechte zal kunnen vertegenwoordigen en in alle gevallen Mitralis in de proceskosten te veroordelen.
1.6
De overige aandeelhouders hebben bij eveneens op 14 april 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties (in de zaak met zaaknummer 200.213.247) de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van de verzoekende aandeelhouders af te wijzen met veroordeling van de verzoekende aandeelhouders in de kosten van het geding.
1.7
De verzoeken tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen bedoeld in 1.2 en 1.3 zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 20 april 2017. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Eén van de medewerkers van Mitralis heeft namens de medewerkers van Mitralis een brief aan de Ondernemingskamer voorgelezen.

2.De feiten (in beide zaken)

2.1
Parkstad is een vennootschap waarin een aantal radiologen zich via hun praktijkvennootschappen heeft verenigd. Parkstad is opgericht op 31 maart 2008. Alle aandeelhouders in Parkstad zijn (of waren) als radioloog verbonden aan het Ziekenhuis. Zij maken (maakten) deel uit van de vakgroep Radiologie Heerlen.
2.2
De geplaatste aandelen in het kapitaal van Parkstad worden thans gehouden door de praktijkvennootschappen van de verzoekende aandeelhouders en de overige aandeelhouders, en wel als volgt:
(verzoekende aandeelhouders:)
- [B] ( [I] ) 368 aandelen
- [A] ( [G] ) 335 aandelen
- Radimeko B.V. ( [H] ) 184 aandelen
(overige aandeelhouders:)
- [E] ( [M] ) 184 aandelen
- [C] ( [J] ) 184 aandelen
- [D] ( [L] ) 184 aandelen
- RVRD B.V. ( [K] ) 184 aandelen
- [F] ( [N] ) 184 aandelen
2.3
Bestuurders van Parkstad waren in ieder geval tot 15 maart 2017 [J] en [I] . Zij zijn/waren als bestuurders gezamenlijk bevoegd Parkstad te vertegenwoordigen.
2.4
Parkstad houdt 80% van de aandelen in Mitralis. MZK houdt de overige 20% van de aandelen. Parkstad en MZK bezitten verder elk 5 prioriteitsaandelen in Mitralis. Enig aandeelhouder en bestuurder van MZK is Stichting ZBC. Stichting ZBC en het Ziekenhuis zijn bestuurlijk aan elkaar verbonden via statutaire benoemingsrechten van het Ziekenhuis in Stichting ZBC en zij stemmen hun inspanningen ten behoeve van de zorg op elkaar af. Het Ziekenhuis en de Coöperatie MSB Atrium-Orbis U.A. (hierna: MSB) – van welke coöperatie de aan het ziekenhuis verbonden specialisten, onder wie radiologen, sinds 1 januari 2015 lid zijn en die een samenwerkingsovereenkomst heeft met het Ziekenhuis – hebben in Stichting ZBC activiteiten ondergebracht die buiten de muren van het ziekenhuis kunnen plaatsvinden. Stichting ZBC is een op de voet van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) toegelaten instelling, die uit dien hoofde contracten kan sluiten met zorgverzekeraars.
2.5
Het Ziekenhuis exploiteert een algemeen ziekenhuis met vestigingen in Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Sittard, Geleen en Echt. Het Ziekenhuis komt voort uit een fusie tussen Stichting Atrium Medisch Centrum Parkstad (hierna: Atrium) en Stichting Orbis Medisch Centrum (hierna: Orbis). Deze fusie heeft plaatsgevonden in 2015.
2.6
Het Ziekenhuis is verantwoordelijk voor het aanbieden van medisch specialistische zorg in de regio Parkstad (voorheen het verzorgingsgebied van Atrium) en de westelijke mijnstreek (voorheen het verzorgingsgebied van Orbis). Deze zorg vindt in het merendeel van de gevallen plaats op verwijzing van bijvoorbeeld huisartsen of, in het geval van radiologen, andere specialisten (tweedelijns zorg). In sommige gevallen hebben huisartsen voor hun eigen behandeling behoefte aan bijvoorbeeld radiologische diagnostiek. In dat geval wordt de patiënt uitsluitend voor de diagnostiek doorverwezen en blijft deze verder onder behandeling van de huisarts (eerstelijns zorg). Mitralis verleent dergelijke eerstelijns zorg in de oostelijke mijnstreek. Zij heeft momenteel ongeveer 35 werknemers in dienst. In 2016 verrichtte zij circa 64.000 onderzoeken ten behoeve van 55.000 patiënten.
2.7
[G] is de enige bestuurder van Mitralis.
2.8
Mitralis is in 2008 opgericht als een joint-venture van Parkstad en Atrium om eerstelijns radiologie aan te bieden. In Parkstad participeerden alle toenmalige radiologen die in Atrium (Heerlen) werkten, aanvankelijk ieder met een gelijk aandeel. Nadien is deze uitgangspositie gewijzigd doordat [G] en [I] aandelen van vertrekkende radiologen hebben gekocht.
2.9
Het Ziekenhuis heeft de uitvoering van en de verantwoordelijkheid voor de eerstelijns radiologische diagnostiek overgelaten aan Stichting ZBC, waartoe haar rechtsvoorganger Atrium, laatstelijk in september 2012, een overeenkomst uitvoering medisch specialistische zorg met Stichting ZBC heeft gesloten. Stichting ZBC is een toegelaten instelling in de zin van de WTzi. Stichting ZBC had op haar beurt voor de uitvoering van de eerstelijnsdiagnostiek een uitbestedingsovereenkomst met Mitralis. Beide overeenkomsten kennen (na ommekomst van een bepaalde, thans niet meer ter zake doende, termijn) een opzegtermijn van een jaar.
2.1
De statuten van Parkstad zoals deze luidden na een statutenwijziging op 21 januari 2011 (hierna ook: de 2011-statuten) bevatten onder meer de volgende bepaling:

AANDEELHOUDERS
Artikel 6
1. Aandeelhouders kunnen slechts zijn:
a. zij, die bevoegd zijn het beroep van radioloog uit te oefenenentevens, in die hoedanigheid zijn toegetreden tot de maatschap Radiologie welke is verbonden aan het Atrium Medisch Centrum Parkstad;
b. rechtspersonen, waarvan de enig aandeelhouder, respectievelijk de enige uiteindelijke belanghebbende een persoon is, die de sub a. vermelde kwaliteit bezit;
c. aandeelhouders die niet (meer) aan de sub a. of b. omschreven eisen voldoen, kunnen het vergader- en stemrecht en het recht op dividend niet uitoefenen.
2. Een aandeelhouder, die aan de in artikel 6 lid 1 vermelde kwaliteitseisen niet (meer) voldoet kan de aan zijn aandelen verbonden vergader- en stemrechten en het recht op dividend niet meer uitoefenen.
(…)
4. Op verzoek van een aandeelhouder als bedoeld in lid 2 – welk verzoek bij aangetekende brief dient te geschieden – is de vennootschap binnen drie maanden na het daartoe gedane verzoek verplicht een of meer personen aan te wijzen die de in lid 1 vermelde kwaliteitseis bezitten en die bereid en in staat zijn de aandelen over te nemen tegen een door een deskundige(…)
vastgestelde prijs. De aandeelhouder is onherroepelijk ontheven van de gestelde kwaliteitseis, indien de vennootschap verzuimt binnen de gestelde termijn gegadigden aan te wijzen zoals hiervoor bedoeld en in het geval niet alle aandelen worden overgenomen.
2.11
In januari 2015 heeft een onderzoek door een interne commissie binnen het ziekenhuis plaatsgevonden, naar aanleiding van een vertrouwensbreuk binnen de groep radiologen in Heerlen. De onevenwichtigheid in de verdeling van aandelen – ook omdat sommige radiologen (nog) geen aandeelhouder waren – in Parkstad wordt in het onderzoeksverslag van 31 januari 2015 als een van de relevante factoren genoemd. Bij brief van 19 maart 2015 hebben het Ziekenhuis en MSB de maatschap radiologie Heerlen en alle individuele leden de aanwijzing gegeven het bij de brief gevoegde plan van aanpak uit te voeren. Voorts hebben zij ontvlechting van Parkstad van de maatschap radiologie Heerlen geadviseerd, in zowel juridische, financiële als personele zin. Bij e-mail van 7 maart 2016 heeft de interim directeur van de maatschap, naar aanleiding van door hem in de e-mail vermelde telefonische berichten dat er geen op- of aanmerkingen waren over het door hem toegezonden rapport over de voortgang en het functioneren van de maatschap Radiologie Heerlen, namens de maatschap opheffing van de ondertoezichtstelling verzocht en laten weten dat hij het verzoek ondersteunt. Dit heeft echter niet geleid tot intrekking van de aanwijzing.
2.12
Bij brief van 22 december 2015 heeft het Ziekenhuis de overeenkomst met Stichting ZBC opgezegd met ingang van 1 januari 2017. In deze brief staat onder meer:

De reden voor deze opzegging is met name gelegen in de wenselijkheid tot herbezinning op de inrichting en organisatie van de diagnostiek, mede naar aanleiding van de tot stand gekomen fusie tussen Atrium en Orbis per 1 januari 2015. Zowel Raad van Bestuur, Bestuur MSB als huisartsen uit Parkstad en de Westelijke Mijnstreek hebben aangegeven te streven naar uniformiteit met betrekking tot de inrichting en organisatie van eerstelijns diagnostiek en onderzoeken in beide regio’s. Uniformiteit in inrichting en organisatie is tevens van belang in het kader van de wens om op korte termijn te komen tot één vakgroep beeldvorming.
Ook het voornemen om in het kader van de fusie te komen tot patiëntgerichte centra speelt een rol. (…)
Last but not least wil de Raad van Bestuur de huisvesting, inrichting en organisatie van de diagnostiek in ogenschouw nemen bij de gebouwelijke herinrichting van[het Ziekenhuis].
(…)
Een kopie van deze brief stuurt de Raad van Bestuur naar[Mitralis]
, als zijnde de contractspartner van uw Stichting met betrekking tot de uitvoering van de eerstelijns radiodiagnostiek in de regio Parkstad. Voor de goede orde en wellicht ten overvloede merken wij op dat de onderhavige opzegging geheel los staat van de uitstekende dienstverlening die[Mitralis]
tot op heden heeft verricht. (…)”
2.13
Bij brief van 30 december 2015 heeft Stichting ZBC vervolgens de uitbestedingsovereenkomst opgezegd, eveneens met ingang van 1 januari 2017. Als reden voor de opzegging noemt zij de beëindiging van de overeenkomst uitvoering medisch specialistische zorg tussen het Ziekenhuis en haar per 1 januari 2017. De brief vervolgt:
“[Stichting ZBC ]
kan vanaf 1 januari 2017 niet meer rekenen op het patiëntenaanbod dat ten grondslag ligt aan de uitbestedingsovereenkomst. Niet met zekerheid kan worden uitgegaan van patiënten die door huisartsen zullen worden ingestuurd naar het ZBC voor eerstelijns radiodiagnostiek. Dit gezien vanuit het perspectief van de plannen die zijn genoemd in de opzeggingsbrief van[het Ziekenhuis].
Wij betreuren het uitermate dat wij een contract moeten beëindigen met een bedrijf dat op een uitstekende wijze voldoet aan de in het contract genoemde voorwaarden. Wij gaan er vanuit[dat]
in de loop van 2016 zal blijken dat[Mitralis]
zijn werkzaamheden voort zal zetten onder de vlag van[het Ziekenhuis].
2.14
De notulen van een op 17 februari 2016 gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad, waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is geweest, bevatten onder meer de volgende passages:

Inleiding door [I] .
(…)
Er zijn 3 pijlers in het nieuwe stuk:
-ander belang bij duur van werkzame leven gaf problemen in de beslisvorming in het verleden.
-eerder moesten aandelen aangeboden worden bij vertrek uit de maatschap. Dat wordt losgekoppeld. Aanbieden vrijwillig,
-prijsbepaling: de prijs bij de huidige systematiek is niet meer te financieren voor nieuwkomers. Het krachtenveld is veranderd. Nu stabiele prijs met een dividendbeleid.
(…)
Discussieronde
(…)
[ [L] ]
is van mening dat in de huidige statuten staat dat de aandelen moeten worden overgenomen. Hoekstra[de notaris, opm. Ondernemingskamer]
en [I] zeggen dat er geen verplichting is om de aandelen over te nemen bij kwaliteitsverlies.
(…)
Samenvatting discussieronde
Voor 3 partijen is de prijsbepaling het grootste struikelblok en de vermeende koopplicht. [I] vraagt of het mogelijk is een uitzondering te maken. We kiezen voor de nieuwe statuten, maar voor de mensen die het er niet mee eens zijn de oude prijsbepaling laten bestaan. Volgens Hoekstra kan dat. [I] vraagt of iedereen akkoord is dat voor de reeds aangeboden aandelen de oude regeling/statuten geldt en niet de prijsbepaling zoals gesteld in de nieuwe statuten. Iedereen is akkoord.
[In de notulen van de daaropvolgende vergadering van 22 april 2016 staat dat [N] over de samenvatting van de discussie heeft gemeld dat zij zich had onthouden, opmerking Ondernemingskamer.]
Stemronde: [I] vraagt of men accoord gaat met de nieuw statuten met ontheffing (voor de mensen die niet mee eens zijn met de nieuw aandelen prijs, de oude prijsbepaling laten bestaat) zoals net besproken.
(…)
7 voor en 5 tegen.
De statutenwijziging is bij deze aangenomen.
Doordat 7-5 is gelden de nieuwe statuten ook voor de tegenstemmers met uitzondering artikel 13 lid 6 van de nieuw statuten. (…)
(…)”
2.15
Bij brief van 20 april 2016 hebben het Ziekenhuis en Stichting ZBC een bod gedaan op het aandelenpakket van Parkstad in Mitralis. In deze brief schrijven het Ziekenhuis en Stichting ZBC, na te hebben verwezen naar de opzeggingsbrief van het Ziekenhuis aan Stichting ZBC van 22 december 2015, onder meer:

De reden voor deze opzegging was met name gelegen in de wenselijkheid tot herbezinning op de inrichting en organisatie van de diagnostiek in het licht van de tot stand gekomen fusie tussen Atrium en Orbis per 1 januari 2015, het voornemen tot lateralisatie en inrichting van patiëntgerichte centra en de wens van[het Ziekenhuis]
om op korte termijn te komen tot één vakgroep beeldvorming.
De vakgroepen radiologie Heerlen, beeldvorming Sittard en nucleaire geneeskunde Heerlen hebben zich de afgelopen maanden intensief ingespannen om tot een fusie te komen. Naar het zich laat aanzien kan de fusie op korte termijn gerealiseerd worden, ervan uitgaande dat aan een aantal (rand)voorwaarden wordt voldaan. Een van de (rand)voorwaarden is gelijkgerichte belangen, ook op het terrein van de eerstelijns diagnostiek. De fusievakgroep rekent de eerstelijnsdiagnostiek in de regio nadrukkelijk tot haar werkgebied en wil hieraan op adequate wijze vorm en inhoud geven.
Ook de Raad van Bestuur van[het Ziekenhuis]
en het bestuur van[MSB]
rekenen het tot hun verantwoordelijkheid om adequaat vorm en inhoud te geven aan de eerstelijnsdiagnostiek in de regio, zulks in nauw overleg en samenspraak met de fusievakgroep, Stichting ZBC, zorgverzekeraars, huisartsen en overige belanghebbenden.
Zoals bekend participeert een groot deel van de radiologen van de vakgroep Heerlen via[Parkstad]
in[Mitralis]
.[Mitralis]
is een kwalitatief goede en doelmatig georganiseerde zorgaanbieder, waarover huisartsen en patiënten zeer tevreden zijn.
In het licht van de wenselijkheid om te komen tot gelijkgerichte belangen binnen de fusievakgroep beeldvorming (ook ten aanzien van de eerstelijnsdiagnostiek), waardoor een duurzame en consistente fusie van de vakgroepen Heerlen en Sittard tot één vakgroep beeldvorming op korte termijn een reële mogelijkheid lijkt te zijn, en mede gelet op de verantwoordelijkheid die[het Ziekenhuis]
en MSB willen nemen met betrekking tot een adequate invulling van de eerstelijns diagnostiek in de regio, heeft[het Ziekenhuis]
aangegeven een faciliterende rol te willen vervullen. Concreet komt het erop neer dat[het Ziekenhuis]
tezamen met Stichting ZBC, bereid is alle aandelen van[Parkstad]
en[Mitralis]
(kort gezegd: het “80% aandelenpakket (…)) over te nemen. Graag willen[het Ziekenhuis]
en Stichting ZBC met u in overleg treden over overname van voormeld aandelenpakket.
Meer concreet denken wij aan overname van voormeld aandelenpakket op basis van de (gecorrigeerde) intrinsieke waarde, vast te stellen door een onafhankelijke deskundige. Deze koopprijs is indicatief en onder voorwaarde van een uit te voeren Due Dilligence onderzoek. Indien de overname op korte termijn kan worden gerealiseerd, wil[het Ziekenhuis]
de uitvoering van een substantieel deel van de eerstelijns diagnostiek in de regio Parkstad (door tussenkomst van Stichting ZBC) op basis van een nader overeen te komen SLA overlaten aan[Mitralis]
, waardoor in feite de huidige gang van zaken kan worden gecontinueerd. De leden van de fusievakgroep zullen dan in de gelegenheid worden gesteld middels tussenkomst van MSB werkzaam te zijn in[Mitralis]
(…), waarbij MSB de vergoeding die zij daarvoor ontvangt van Stichting ZBC, één op één doorbetaalt aan de fusievakgroep. Uitgangspunt is voorts dat het operationele management over[Mitralis]
in beginsel bij de fusievakgroep wordt belegd en dat de directie van[Mitralis]
wordt gevoerd door een of meerdere leden van de fusievakgroep, op voordracht van het DB van de fusievakgroep met instemming van aandeelhouders[het Ziekenhuis]
en stichting ZBC. (…).”
2.16
Op 4 mei 2016 zijn de statuten van Parkstad gewijzigd. De akte van statutenwijziging vermeldt dat een exemplaar van de notulen van de aandeelhoudersvergadering van Parkstad van 17 februari 2016, waarin tot statutenwijziging is besloten, aan de akte is gehecht. In de statuten zoals deze na de statutenwijziging zijn komen te luiden, is geen kwaliteitseis meer opgenomen. Deze statuten bevatten onder meer de volgende bepalingen:

Blokkeringsregeling/goedkeuring algemeen
Artikel 13
1. Voor overdracht van aandelen is de goedkeuring van de algemene vergadering vereist overeenkomstig het hierna bepaalde.(…)
(…)
6. De prijs is overeenkomstig het gemiddelde van het uitgekeerde dividend in de voorafgaande drie (3) jaren, met een minimum van tweehonderdtwintig euro (€220,00) per aandeel.
Dit artikel 13 geldt niet voor de volgende aandeelhouders:
(…)
  • [D] ;
  • [E]
(…)
[In tekst van de statuten is door de notaris alleen hetgeen onder artikel 13 lid 6 is opgenomen gecursiveerd, opmerking Ondernemingskamer.]
Bestuur
Artikel 15
(…)
4. Alle besluiten van het (…) bestuur worden genomen met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij iedere bestuurder één stem heeft. Bij het staken der stemmen beslist de algemene vergadering. (…)
Besluitvorming
Artikel 24
1. Ieder aandeel recht geeft recht op het uitbrengen van één stem
(…)
2.17
Op 7 juli 2016 heeft een algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering is gesproken over het voorstel van het Ziekenhuis en Stichting ZBC als verwoord in de brief van 20 april 2016. Dit voorstel is niet geaccepteerd; wel hebben alle aandeelhouders ermee ingestemd om verder te praten en te onderhandelen met het Ziekenhuis en ZBC.
2.18
In algemene vergaderingen van aandeelhouders van Parkstad van 27 oktober 2016 en 17 november 2016 is de verkoop en overdracht van de door Parkstad gehouden aandelen aan het Ziekenhuis en Stichting ZBC opnieuw in stemming gebracht en niet aangenomen. In de vergadering van 27 oktober 2016 hebben [I] , [J] en de toenmalige advocaat van Parkstad verslag gedaan van een gesprek dat zij op 26 juli 2016 met het Ziekenhuis en Stichting ZBC hebben gehad. In de notulen van de vergadering staat dat de advocaat van Parkstad heeft gemeld dat er geen ruimte voor onderhandeling was en dat vanuit Parkstad een besluit moet komen op basis van de gegevens in de brief. In de notulen staat voorts onder meer dat [I] op een opmerking van [L] dat de oude statuten voor hem gelden, heeft geantwoord dat dat alleen op gaat voor de waardering/aanbieding. In de vergadering van 17 november 2016 stond het voorstel tot verkoop wederom op de agenda, dit maal als enige agendapunt. De verzoekende aandeelhouders en RVRD B.V. (de praktijkvennootschap van [K] ) hebben toen tegen gestemd, waarbij in de notulen staat dat [K] nadrukkelijk heeft verklaard “
dit te doen gelet op de huidige condities waaronder verkoop zal plaatsvinden”.
2.19
Bij brief van 30 november 2016 hebben het Ziekenhuis en MSB de toenmalige advocaat van Parkstad onder meer het volgende bericht:

Ons bereiken berichten dat de aandeelhouders van[Parkstad]
, die tevens lid zijn van[MSB]
, van plan zijn zelf actief te worden op het gebied van de eerstelijns diagnostische zorg in het werkgebied van het ziekenhuis. Dat zijn activiteiten die concurreren met die van[het Ziekenhuis]
. Gelet op het bepaalde in art. 18 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen[het Ziekenhuis]
en het MSB kan dat niet zonder voorafgaande toestemming van[het Ziekenhuis]
. Voor zover de aandeelhouders van[Parkstad]
via[Parkstad]
, de maatschap Radiologie of individueel of in enig ander verband voornemens zijn na 1 januari 2017 actief te zijn op het gebied van eerstelijnszorg, dient daarvoor toestemming gevraagd te worden. Gegeven de plannen die[het Ziekenhuis]
zelf heeft ter zake van de eerstelijnszorg, zal die toestemming niet verleend worden.
2.2
Bij brief van 1 december 2016 hebben het Ziekenhuis en Stichting ZBC, na te hebben gerefereerd aan brieven van de advocaat van Parkstad, waarin deze heeft laten weten dat Parkstad het bod heeft afgewezen omdat zij te weinig onderhandelingsruimte ziet met betrekking tot de in het gesprek op 26 juli 2016 (zie 2.18) aangegeven punten, laten weten dat zij nogmaals kritisch naar de aangegeven punten heeft gekeken en slechts bij twee punten ziet dat het Ziekenhuis en Stichting ZBC een ander standpunt inneemt dan Parkstad. Over de overige punten (kort weergegeven: behoud van Mitralis als zelfstandige entiteit, behoud door de huidige medewerkers van Mitralis van hun arbeidsovereenkomst, gelegenheid voor alle leden van de (fusie)vakgroep radiologie om bij en voor Mitralis te werken tegen een vergoeding voor hun werkzaamheden, het betrekken van de vakgroep Radiologie bij belangrijke besluiten rond Mitralis) verschillen de standpunten van het Ziekenhuis en Stichting ZBC niet, aldus de brief. De brief vervolgt:

Tijdens de bespreking van 26 juli 2016 is geen consensus bereikt over de waarderingsgrondslag van de aandelen.[Parkstad]
wenste niet uitsluitend te onderhandelen op basis van de intrinsieke waarde.[Het Ziekenhuis]
en[Stichting ZBC]
wilden de intrinsieke waarde als basis benutten voor verdere onderhandeling. Op dit punt hebben[het Ziekenhuis]
en[Stichting ZBC]
zich nogmaals beraden. Dit heeft[Het Ziekenhuis]/[Stichting ZBC]
doen besluiten een finaal overnamebod uit te brengen voor de 80% deelneming van[Parkstad]
in Mitralis DC van € 2.500.000,-. (…)
In de bespreking is tevens als punt van belang de invulling van het directeurschap van Mitralis DC aan de orde geweest.[Het Ziekenhuis]/[Stichting ZBC]
stellen zich op het standpunt dat de (fusie)vakgroep een voordracht doet (aan de aandeelhouders) van een lid van de vakgroep voor benoeming tot medisch directeur. Daarnaast zal – zoals in het verleden gebruikelijk bij Mitralis DC – een operationeel manager benoemd worden.
(…)
Tenslotte willen wij nogmaals benadrukken dat[het Ziekenhuis]
er om meerdere redenen aan hecht dat dit dossier tot een goed einde gebracht kan worden. Niet alleen zou dit het fusieproces tussen de beide vakgroepen Radiologie vergemakkelijken (…). Daarnaast zal dit zeker een positief effect hebben op de afhandeling van het plan van aanpak in het kader van de aanwijzing zoals die momenteel van toepassing is op de vakgroep Radiologie Heerlen.
(…)”
2.21
Op 16 december 2016 heeft het bestuur van Parkstad een algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad bijeengeroepen op 4 januari 2017 met als belangrijkste onderwerp het bespreken en stemmen over de verkoop en overdracht van de door Parkstad gehouden aandelen in Mitralis aan het Ziekenhuis en Stichting ZBC overeenkomstig de brief van 1 december 2016.
2.22
Sinds 1 januari 2017 declareert Mitralis haar kosten bij Stichting Diagnostiek Limburg, een toegelaten instelling in de zin van de WTzi.
2.23
De verzoekende aandeelhouders hebben bij brief van 3 januari 2017 aan het bestuur van Parkstad – met kopie aan het Ziekenhuis, Mitralis en de betrokken radiologen - hun bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van Parkstad kenbaar gemaakt. Zij hebben, kort weergegeven, geschreven dat het Ziekenhuis tegen de wens van Parkstad en de meerderheid van haar aandeelhouders in tracht de aandelen Mitralis te verwerven, waardoor de belangen van Parkstad, Mitralis en de patiënten binnen de oostelijke mijnstreek worden geschaad en dat het Ziekenhuis probeert de beoogde transactie te forceren – tegen een bod dat niet de werkelijke waarde van de onderneming reflecteert – door oneigenlijke druk uit te oefenen op de individuele Parkstad-radiologen. Inmenging van het Ziekenhuis bemoeilijkt het functioneren van de algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad ernstig en heeft eveneens gevolgen voor het bestuur van Parkstad, aldus de verzoekende aandeelhouders. Zij hebben de aandeelhouders opgeroepen af te zien van enig besluit tot verkoop van het Mitralis-belang en hebben zich op het standpunt gesteld dat op de bijeengeroepen algemene vergadering van aandeelhouders van 4 januari 2017 op diverse gronden geen besluitvorming kan plaatsvinden over het Mitralis-belang.
2.24
Op 4 januari 2017 heeft een algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad plaatsgevonden. Van hetgeen is behandeld in de aandeelhoudersvergadering van 4 januari 2017 is een notarieel proces-verbaal opgemaakt. Alle aandeelhouders zijn ter vergadering verschenen. Daarnaast is een aantal advocaten aanwezig geweest alsmede notaris mr. J.G. Hoekstra. Uit het proces-verbaal blijkt dat tijdens de vergadering een dispuut is ontstaan over de vraag of en in hoeverre [E] (hierna: [E] ) en [D] (hierna: [D] ) stemgerechtigd zijn. Mr. Lemstra heeft zich namens de verzoekende aandeelhouders op het standpunt gesteld dat genoemde vennootschappen niet stemgerechtigd zijn; notaris Hoekstra heeft dit standpunt onderschreven. Notaris mr. P.J.N.T. Zeestraten, de opsteller van het proces-verbaal, heeft in het proces-verbaal opgenomen dat hij de statuten heeft nagezien en dat hem van een uitzondering op het stemrecht niet is gebleken. In het proces-verbaal staat bij agendapunt 8, verkoop deelneming Mitralis, onder meer dat de voorzitter ( [J] ) heeft gemeld dat binnen het bestuur geen eensluidend standpunt bestaat over een bestuursbesluit met betrekking tot de acceptatie van het bod, dat hij daarom van mening is dat binnen het bestuur de stemmen staken en dat hij met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 lid 4 van de statuten de beslissing wenst voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Hij heeft daartoe – na verwerping van door mr. Lemstra namens de verzoekende aandeelhouders geuite bezwaren tegen stemming – het voorstel om het bod op de deelneming te accepteren en tot verkoop van de aandelen Mitralis over te gaan in stemming gebracht, waarna hoofdelijke stemming is gevolgd. Alle aandeelhouders hebben hun stemmen uitgebracht. De stemming leidde tot een meerderheid van stemmen voor het voorstel, op grond waarvan de voorzitter heeft geconstateerd dat dit is aangenomen. De verzoekende aandeelhouders hebben tegen het voorstel gestemd.
2.25
De verzoekende aandeelhouders hebben Parkstad op 28 februari 2017 doen dagvaarden voor de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. Zij vorderen primair een verklaring voor recht dat het aandeelhoudersbesluit van 4 januari 2017 non-existent of nietig is en subsidiair dat dit besluit wordt vernietigd. Tevens hebben zij op de voet van artikel 233 Rv een incidentele vordering ingesteld en gevorderd dat Parkstad bij wege van voorlopige voorziening wordt verboden gedurende de duur van de bodemprocedure handelingen te verrichten ter voorbereiding en uitvoering van de verkoop en/of overdracht van de aandelen Mitralis, op straffe van een dwangsom. Het Ziekenhuis, Stichting ZBC en de overige aandeelhouders hebben bij incidentele conclusies gevorderd zich te mogen voegen aan de zijde van Parkstad.
2.26
Op 15 maart 2017 heeft een algemene vergadering van aandeelhouders in Parkstad plaatsgevonden. Alle aandeelhouders alsmede een aantal advocaten zijn verschenen. Ook van deze vergadering is een notarieel proces-verbaal opgemaakt door notaris Zeestraten. Op de agenda stond als agendapunt 5 het voorstel te besluiten tot ontslag van [I] als bestuurder van Parkstad met onmiddellijke ingang. Mr. Lemstra heeft zich namens de verzoekende aandeelhouders op het standpunt gesteld dat dit voorstel niet in stemming mag/moet worden gebracht. De voorzitter ( [J] ) is bij zijn standpunt om het voorstel in stemming te brengen gebleven. Nadat [I] en [J] (in hun hoedanigheid van bestuurders ter advies en [I] tevens om op het verzoek om zijn ontslag gehoord te worden) het woord hadden gevoerd, is het voorstel in stemming gebracht (agendapunt 6). Er is schriftelijk gestemd bij ongetekende briefjes. Er is een meerderheid van stemmen voor het voorstel uitgebracht, waarna de voorzitter heeft geconstateerd dat dit was aangenomen.
2.27
[J] heeft [I] als bestuurder van Parkstad laten uitschrijven bij de Kamer van Koophandel. Bij brief van 23 maart 2017 heeft [I] [J] verzocht hem weer als bestuurder in te schrijven.
2.28
Een door [J] (als voorzitter) en [O] , bestuurder van Stichting ZBC‘ (als secretaris) ondertekend “Verslag Prioriteits Aandeelhouders vergadering Mitralis Diagnostisch Centrum BV” van 27 maart 2017 houdt onder meer in dat is besloten een algemene vergadering van aandeelhouders van Mitralis bijeen te roepen met als agendapunten het functioneren en mogelijk ontslag van [G] en de benoeming van twee interim bestuurders van Mitralis. Op 28 maart 2017 zijn algemene vergaderingen van aandeelhouders van zowel Parkstad als Mitralis bijeengeroepen, beide te houden op 12 april 2017. In de oproepingsbrief voor de Parkstad-vergadering staat als agendapunt goedkeuring voor het besluit tot uitoefenen van het stemrecht op de aandelen Mitralis ten aanzien van de agendapunten die in de oproepingsbrief voor de Mitralis-vergadering staan en richtingbepaling ten aanzien van die agendapunten. In de oproepingsbrief voor de Mitralis-vergadering staan het functioneren en mogelijk ontslag van [G] en benoeming van twee interim bestuurders conform de bindende voordracht van de prioriteitsaandeelhouders. De vergaderingen op 12 april 2017 hebben in afwachting van de onderhavige procedure geen doorgang gevonden.

3.De gronden van de beslissing

In de zaak met zaaknummer 200.213.243/01 OK
3.1
Mitralis heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Mitralis en dat gelet op de toestand van de vennootschap onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen. Ter toelichting heeft zij - kort samengevat – in het bijzonder het volgende naar voren gebracht:
a. Er is sprake van ernstig verstoorde verhoudingen binnen Mitralis, in het bijzonder tussen de (indirect) 20% aandeelhouder Stichting ZBC en het bestuur. Deze verstoorde verhoudingen hebben een negatieve invloed op de bedrijfsvoering en brengen de continuïteit van de onderneming in gevaar. Stichting ZBC oefent oneigenlijke druk uit op [G] en probeert [G] als bestuurder te ontslaan en hem te vervangen door haar eigen bestuurders. Doordat Stichting ZBC haar eigen belang blijft nastreven wordt het belang van Mitralis op ontoelaatbare wijze geraakt. Daarnaast bestaat onduidelijkheid over de rechtsgeldigheid van de besluitvorming binnen de algemene vergadering van aandeelhouders van Mitralis, gelet op de geschillen binnen haar 80% aandeelhouder Parkstad waardoor onder meer onduidelijk is of [J] Parkstad rechtsgeldig zelfstandig kan vertegenwoordigen.
b. Stichting ZBC, de indirect 20 % aandeelhouder van Mitralis, misbruikt haar machtspositie door de uitbestedingsovereenkomst met Mitralis op te zeggen, met Mitralis concurrerende activiteiten te starten en voor Mitralis werkzame radiologen onder druk te zetten. Dit handelen is schadelijk voor Mitralis. Bovendien is de opzegging van de uitbestedingsovereenkomst, mede in het licht van de goedkeuring van Stichting ZBC medio 2015 voor het aangaan van langlopende verplichtingen en het doen van miljoeneninvesteringen, in strijd met de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW.
c. De (prioriteits)aandeelhouders van Mitralis handelen in strijd met wettelijke en statutaire bepalingen. Stichting ZBC en Parkstad hebben in strijd met de statutaire bepalingen een vergadering van prioriteitsaandeelhouders bijeengeroepen en bovendien in strijd met de wet het bestuur van Mitralis niet in de gelegenheid gesteld van zijn raadgevende stem gebruik te maken.
3.2
Parkstad, MZK en Stichting ZBC hebben gemotiveerd verweer gevoerd. De Ondernemingskamer zal hieronder waar nodig op dit verweer ingaan.
In de zaak met zaaknummer 200.213.247/01 OK
3.3
De verzoekende aandeelhouders hebben aan hun stelling dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken van Parkstad en dat gelet op de toestand van de vennootschap onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen – kort samengevat – in het bijzonder het volgende ten grondslag gelegd, waarbij zij de feiten en omstandigheden die in hun visie ‘gegronde redenen’ vormen, hebben ingedeeld in drie, elkaar deels overlappende, categorieën:
a. De verhoudingen binnen Parkstad zijn ernstig verstoord. Het bestuur en de algemene vergadering van aandeelhouders functioneren niet meer en verkeren feitelijk in een impasse. Deze impasse brengt de continuïteit van Parkstad en haar onderneming – haar aandeel in Mitralis – ernstig in gevaar. [I] en [J] kunnen het als bestuurders niet eens worden over de Mitralis-transactie en de status van [I] als bestuurder en binnen de algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad is er onduidelijkheid over de stemverhoudingen (de verzoekende aandeelhouders betwisten het stemrecht van twee van de overige aandeelhouders), waardoor niet duidelijk is of de verzoekende aandeelhouders al dan niet een meerderheid van de stemmen hebben terwijl de overige aandeelhouders acteren alsof dit niet het geval is en zij die schijnpositie misbruiken om (onder druk van het Ziekenhuis) de Mitralis-transactie te forceren.
b. De overige aandeelhouders en [J] willen de Mitralis-transactie doordrukken (de overdracht van het enige activum van Parkstad), in weerwil van de belangen van de verzoekende aandeelhouders, zonder deugdelijke belangenafweging en zonder het vennootschappelijk belang van Parkstad als richtsnoer te nemen.
c. Om de Mitralis-transactie te forceren hebben de overige aandeelhouders [I] beweerdelijk ontslagen als bestuurder en handelt [J] nu, in strijd met het bepaalde in artikel 16.1(a) van de statuten van Parkstad, alsof hij enig bestuurder is.
3.4
Parkstad en de overige aandeelhouders hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Ook op dit verweer zal de Ondernemingskamer hieronder waar nodig ingaan.
In beide zaken
3.5
De Ondernemingskamer stelt voorop dat indien, zoals in het onderhavige geval, nog geen onderzoek is gelast, zij slechts onmiddellijke voorzieningen kan treffen indien daarvoor voldoende zwaarwegende redenen zijn en er, naar haar voorlopig oordeel, gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken. Deze maatstaf noopt tot terughoudendheid. De Ondernemingskamer zal aan de hand van de genoemde maatstaf hierna de toewijsbaarheid van de verzochte onmiddellijke voorzieningen beoordelen.
3.6
In beide zaken speelt op de achtergrond de vraag of de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders van 4 januari 2017, waarin is besloten tot vervreemding van het 80 % belang van Parkstad in Mitralis (hierna ook: het Mitralis-belang), rechtsgeldig is geweest. Dit is een vraag die niet ter beantwoording staat van de Ondernemingskamer maar van de gewone burgerlijke rechter en deze vraag is inmiddels ook voorgelegd aan de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. In het kader van de beoordeling van de toewijsbaarheid van de verzochte onmiddellijke voorzieningen overweegt de Ondernemingskamer hierover echter het volgende.
3.7
De verzoekende aandeelhouders hebben ter onderbouwing van hun stelling dat geen sprake is van een rechtsgeldig besluit als belangrijkste argument aangevoerd dat [E] en [D] in de algemene vergadering van aandeelhouders van 4 januari 2017 niet over stemrechten beschikten. Zij stellen dat [E] en [D] hun stemrechten op grond van de 2011-statuten hebben verloren omdat zij vanaf september/oktober 2015 niet langer voldeden aan de in artikel 6 neergelegde kwaliteitseis aangezien [M] en [L] toen met pensioen zijn gegaan. De vergader- en stemrechten herleefden niet toen de 2011-statuten werden vervangen door de huidige statuten, aldus de verzoekende aandeelhouders.
3.8
Artikel 24 van de huidige statuten van Parkstad, zoals die ook op 4 januari jl. golden, bepaalt dat ieder aandeel recht geeft op het uitbrengen van één stem. Anders dan de 2011-statuten bevatten de huidige statuten geen kwaliteitseisen. Ook overigens valt in deze statuten niet te lezen dat, in afwijking van het bepaalde in artikel 24, bepaalde aandeelhouders geen stemrecht hebben. De toevoeging in artikel 13 lid 6, hiervoor geciteerd onder 2.16, valt bezwaarlijk anders te begrijpen dan dat voor de daar vermelde aandeelhouders, waaronder [D] en [E], alleen een uitzondering wordt gemaakt voor de wijze van prijsbepaling in geval van overdracht van hun aandelen, ook al wordt verwezen naar “dit artikel 13” en niet naar “dit lid 6”. Deze uitleg van genoemde uitzonderingsbepaling sluit bovendien aan bij wat daarover volgens de (aan de akte van statutenwijziging gehechte) notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad van 17 februari 2015 in die vergadering is besproken (zie 2.14) en overigens ook bij de eerdere eigen opvatting daaromtrent van [I] (onder meer kenbaar uit de onder 2.18 vermelde notulen). Maar zelfs als zou geheel artikel 13 door die toevoeging in het zesde lid niet op de daar vermelde aandeelhouders van toepassing zijn, dan nog volgt daaruit niet dat zij onder de huidige statuten geen stemrecht hebben, mede gelet op artikel 24 van de statuten. In ieder geval valt in artikel 13 lid 6 niet te lezen dat de bepalingen omtrent de kwaliteitseisen van de 2011-statuten voor genoemde aandeelhouders zijn blijven gelden of dat, indien zij onder de vorige statuten geen stemrechten (meer) hadden (wat de overige aandeelhouders overigens betwisten), zij ook onder de huidige statuten geen stemrechten hebben.
3.9
Op grond van het vorenstaande gaat de Ondernemingskamer vooralsnog niet uit van non-existentie/nietigheid van het besluit van 4 januari 2017 op de grond dat [E] en [D] geen stemrechten hadden. Ditzelfde geldt voor het (na het uitbrengen van de dagvaarding in de Limburgse procedure) genomen besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad van 15 maart 2017, strekkende tot ontslag van [I] . Voor zover de verzoekende aandeelhouders hun verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen baseren op onzekerheid over de stemverhoudingen binnen de algemene vergadering van aandeelhouders, gaan zij derhalve uit van een opvatting daaromtrent die de Ondernemingskamer voorshands niet onderschrijft.
3.1
Ook de stelling van Mitralis dat – los van de vraag wie van de procespartijen gelijk heeft ter zake van de stemgerechtigdheid in de algemene vergadering van aandeelhouders van Parkstad – het feit dat onduidelijkheid bestaat over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van haar meerderheidsaandeelhouder Parkstad zorgt voor bestuurlijke onzekerheid bij Mitralis, dient in dat licht te worden bezien. Vooralsnog acht de Ondernemingskamer onvoldoende grond voor die onzekerheid aanwezig.
3.11
Tegen deze achtergrond zal de Ondernemingskamer thans de afzonderlijke verzoeken bespreken.
In de zaak met zaaknummer 200.213.243/01 OK
3.12
Gelet op het vorenstaande is vooralsnog uitgangspunt dat Parkstad rechtsgeldig heeft besloten tot verkoop van haar Mitralis-belang aan het Ziekenhuis en Stichting ZBC en dat [I] rechtsgeldig is ontslagen als directeur van Parkstad. Hiervan uitgaande vormen de verstoorde verhoudingen binnen Mitralis – tussen aandeelhouders en directeur – naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer geen zelfstandige reden voor twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken van Mitralis en geen grond om thans de door Mitralis verzochte onmiddellijke voorzieningen te treffen. De conflicten kunnen in beginsel binnen het kader van de vennootschappelijke verhoudingen worden opgelost. Dat aandeelhouders en bestuur een wezenlijk andere visie hebben op de toekomst van de onderneming en op het meest wenselijke scenario om het toekomstig beleid vorm te geven, leidt niet tot een impasse binnen Mitralis. Dat Stichting ZBC, zoals Mitralis stelt, haar eigen belang blijft nastreven zonder rekening te houden met de belangen van andere bij Mitralis betrokken (rechts)personen en daardoor het belang van Mitralis en haar onderneming op ontoelaatbare wijze schaadt, kan de Ondernemingskamer vooralsnog niet constateren. MZK en Stichting ZBC hebben gemotiveerd toegelicht waarop de opzegging van respectievelijk de samenwerkings- en de uitbestedingsovereenkomst is gebaseerd, wat hun visie is op de positie van Mitralis in de nieuwe opzet van de eerstelijnszorg zoals het Ziekenhuis die met patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en huisartsen heeft overeengekomen, waarom naar hun mening hierin niet past dat Mitralis als
stand alonefunctioneert en waarom het ongewijzigd blijven van de aandelenverhoudingen volgens hen geen werkbaar model oplevert. In verband met dit laatste punt noemen zij als belangrijke “bijvangst” dat verwerving van alle aandelen in Parkstad een wezenlijke bijdrage zou leveren aan de oplossing van een langdurig en diepgaand conflict tussen de in Heerlen werkzame radiologen. MZK en Stichting ZBC hebben aldus voldoende aannemelijk gemaakt dat er een gerechtvaardigd zorginhoudelijk belang van het Ziekenhuis en Stichting ZBC gemoeid is met de overname van het Mitralis-belang van Parkstad terwijl zij er – gelet ook op de inhoud van de brief van 1 december 2016 – tevens blijk van hebben gegeven oog te hebben voor de onderneming van Mitralis en de bij die onderneming betrokkenen. Bij het vorenstaande kan niet onvermeld blijven dat vijf van de acht aandeelhouders van haar meerderheidsaandeelhouder Parkstad hebben ingestemd met verkoop en overdracht van het Mitralis-belang aan het Ziekenhuis en Stichting ZBC.
3.13
Mitralis heeft voorts aangevoerd dat MZK en Stichting ZBC (althans het Ziekenhuis) oneigenlijke druk hebben uitgevoerd op de individuele radiologen. Dit argument leidt voorshands evenmin tot twijfel aan een juist beleid of juiste gang van zaken. De zojuist bedoelde vijf aandeelhouders hebben laten weten geen onrechtmatige druk te hebben ervaren om aan verkoop mee te werken. Zij hebben laten weten de verkoop als een logische stap te beschouwen waaraan een aantal valide argumenten ten grondslag ligt, terwijl deze stap ook de totstandkoming van de fusie tussen de vakgroepen radiologie bevordert. In hun visie is de prijs redelijk, zijn de aanvullende garanties voor het personeel afdoende, blijft de kwaliteit door de samenwerking met het Ziekenhuis gewaarborgd en is dit bovendien de enige manier voor Mitralis om te overleven. [K] heeft voorts ter zitting verklaard uiteindelijk overtuigd te zijn door de inhoud van het bod van het Ziekenhuis en Stichting ZBC.
3.14
Mitralis heeft MZK en Stichting ZBC voorts misbruik van haar machtspositie en handelen in strijd met artikel 2:8 BW verweten door, nadat Mitralis in 2008 met medewerking van het Ziekenhuis is verzelfstandigd en zich heeft ontwikkeld tot een gezonde onderneming die hoogwaardige eerstelijns radiologiezorg verleent en nadat MZK en Stichting ZBC in 2015 toestemming hebben verleend voor het aangaan van belangrijke investeringen en de verlenging van huurovereenkomsten, enkele maanden daarna plotseling de uitbestedingsovereenkomst op te zeggen, een bod te doen op het Mitralis-belang van Parkstad en druk op de aandeelhouders/radiologen te zetten om het aandelenbelang te verkopen en hun werkzaamheden voor Mitralis onmiddellijk te staken.
3.15
Ook dit betoog levert naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer geen gegronde reden op om aan een juist beleid of juiste gang van zaken van Mitralis te twijfelen. Niet ter discussie staat dat de uitbestedingsovereenkomst een opzegtermijn kent van een jaar en dat die termijn door Stichting ZBC in acht is genomen. Ook al doet de geschetste gang van zaken vraagtekens rijzen over de afstemming van het beleid ten aanzien van Mitralis tussen het Ziekenhuis enerzijds en Stichting ZBC en MZK anderzijds, dit neemt niet weg dat Stichting ZBC – geconfronteerd met opzegging van de samenwerkingsovereenkomst door het Ziekenhuis in het licht van de ontwikkelingen die zich voordeden op het gebied van de inrichting van de eerstelijns zorg – in redelijkheid de overeenkomst met Stichting ZBC heeft kunnen opzeggen, nu dit een logisch gevolg is van het einde van de samenwerkingsovereenkomst. Het doen van een bod op het Mitralis-belang stond haar vrij. De gestelde druk op de aandeelhouders/radiologen is hiervoor in 3.13 reeds aan de orde gekomen. De kwestie van het beroep op het concurrentiebeding in de samenwerkingsovereenkomst tussen het Ziekenhuis en MSB (die niet is overgelegd, maar die gelet op de inhoud van de brief van 30 november 2016 – zie onder 2.19 - aan de basis ligt van de aanzegging de werkzaamheden voor Mitralis te staken), speelt formeel niet binnen Mitralis, maar op het niveau van de vakgroep. De Ondernemingskamer merkt hierover echter op (er daarbij veronderstellenderwijs vanuit gaand dat het concurrentiebeding in de relatie tussen het Ziekenhuis en MSB rechtstreeks jegens de aangesloten leden kan worden ingeroepen) dat voorshands niet onredelijk lijkt dat het Ziekenhuis, nadat Mitralis niet langer op grond van de uitbestedingsovereenkomst werkzaam was, concurrerende werkzaamheden van de aan het Ziekenhuis verbonden radiologen met betrekking tot de eerstelijns diagnostiek met een beroep op het concurrentiebeding wenst tegen te gaan.
3.16
De stelling dat in het kader van de vergadering van de prioriteitsaandeelhouders van Mitralis is gehandeld in strijd met de statuten respectievelijk de wet, laat de Ondernemingskamer hier verder buiten bespreking, aangezien de door deze vergadering genomen besluiten vooralsnog niet zijn uitgevoerd.
In de zaak met zaaknummer 200.213.247/01 OK
3.17
De Ondernemingskamer onderkent het bestaan van verstoorde verhoudingen tussen de verzoekende aandeelhouders enerzijds en de overige aandeelhouders anderzijds, maar ook ten aanzien van Parkstad acht de Ondernemingskamer om de hiervoor reeds uiteengezette redenen een impasse voorshands niet aanwezig, noch in de algemene vergadering van aandeelhouders noch in het bestuur van Parkstad. Ook hier geldt dat de conflicten in beginsel binnen het kader van de vennootschappelijke verhoudingen kunnen worden opgelost en dat zij naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer geen zelfstandige reden vormen voor twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken van Parkstad en geen grond om thans onmiddellijke voorzieningen te treffen als door de verzoekende aandeelhouders verzocht.
3.18
De verzoekende aandeelhouders hebben zich vervolgens op het standpunt gesteld dat de Mitralis-transactie in weerwil van hun belangen en het belang van Parkstad is doorgedrukt en dat van een zorgvuldig besluitvormingsproces geen sprake is geweest. Wat de gestelde belangenschending betreft geldt dat deze valt terug te voeren op het fundamentele verschil van inzicht op dit punt tussen de verzoekende aandeelhouders en de overige aandeelhouders, waarbij niet kan worden gesteld dat de opvatting van de overige aandeelhouders ten aanzien daarvan in redelijkheid niet te verdedigen valt. Wat betreft het ontbreken van een deugdelijke beleidsafweging geldt het volgende.
3.19
Aan de verzoekende aandeelhouders kan worden toegegeven dat de voorbereiding van de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders beperkt is geweest. Van besluitvorming aan de hand van een door het bestuur voorbereid beleidsstuk waarin de voor- en nadelen van de voorgestelde transactie zijn belicht en een onderbouwd standpunt over de geboden prijs is gegeven, is bijvoorbeeld geen sprake geweest. In de gegeven omstandigheden is deze gang van zaken echter niet zodanig onzorgvuldig dat hierin voorshands gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid of juiste gang van zaken van Parkstad zijn gelegen. Niet onbegrijpelijk is dat het bestuur zich, gelet op de onderlinge verdeeldheid, voor besluitvorming rechtstreeks heeft gewend tot de algemene vergadering van aandeelhouders. Het onderwerp is vervolgens vier keer op een algemene vergadering van aandeelhouders geagendeerd. Niet is gebleken dat de aandeelhouders toen op een beleidsstuk of uitgebreidere informatie hebben aangedrongen. Kennelijk hebben zij zich voldoende voorgelicht geacht om de beslissing te kunnen nemen, waarbij nog valt op te merken dat ook niet is gebleken van een relevante informatie-asymmetrie ten opzichte van het bestuur of ten opzichte van elkaar. Wat de prijs betreft was duidelijk dat het bod uitging van een koopprijs die was gerelateerd aan de intrinsieke waarde. De overige aandeelhouders hebben dit een redelijke prijs geacht. Zij hebben opgemerkt dat andere waarderingsmethoden mogelijk tot een hoger bedrag leiden, maar dat het vinden van een koper voor de prijs die de verzoekende aandeelhouders wensen volstrekt illusoir is, aangezien de huisartsen in de regio juist samenwerking met het Ziekenhuis wensen. Onbetwist is voorts gesteld dat bij aandelenoverdrachten in het verleden ook werd uitgegaan van de intrinsieke waarde.
Slotsom
3.2
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat er naar het voorlopige oordeel van de Ondernemingskamer geen gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Mitralis en Parkstad te twijfelen.
3.21
De verzoeken tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen zullen daarom worden afgewezen. De Ondernemingskamer zal iedere verdere beslissing aanhouden, ook met betrekking tot de kosten van het geding.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
In de zaak met zaaknummer 200.213.243/01 OK
wijst het verzoek van Mitralis Diagnostisch Centrum B.V. tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen af;
In de zaak met zaaknummer 200.213.247/01 OK
wijst het verzoek van [A] , Radimeko B.V. en [B] tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen af;
In beide zaken
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.M.M. Tillema, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, drs. J.S.T. Tiemstra RA en W. Wind, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 4 mei 2017.