ECLI:NL:GHAMS:2017:155
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verdeling van de gemeenschap na echtscheiding met betrekking tot de voormalige echtelijke woning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellant, een man, tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. Het vonnis betreft een geschil tussen ex-echtgenoten over de verdeling van hun gemeenschap, waaronder de voormalige echtelijke woning. De rechtbank had appellant veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en overdracht van de woning. Appellant heeft hoger beroep ingesteld op 31 augustus 2016, maar het hof constateert dat het hoger beroep niet is ingeschreven in het rechtsmiddelenregister, wat noodzakelijk was gezien de eerdere uitspraak van de rechtbank. Het hof oordeelt dat appellant niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep voor zover dit zich richt tegen de oordelen die betrekking hebben op de levering van de woning. Voor andere grieven die niet betrekking hebben op deze levering, is appellant wel ontvankelijk. Het hof verwijst de zaak naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven door appellant.