ECLI:NL:GHAMS:2017:1492

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 april 2017
Publicatiedatum
21 april 2017
Zaaknummer
23-000822-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de zaak van winkeldiefstal bij supermarkt Albert Heijn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 9 februari 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1969, was beschuldigd van winkeldiefstal, waarbij hij op 29 januari 2016 in een filiaal van supermarkt Albert Heijn in Haarlem een fles wijn ter waarde van 12,99 euro had weggenomen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging kwam. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de diefstal had gepleegd, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten.

De strafbaarheid van het bewezen verklaarde werd niet betwist, en het hof concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De politierechter had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, maar de advocaat-generaal had in hoger beroep een straf van twee weken gevorderd. De raadsman van de verdachte pleitte voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, omdat de verdachte de ISD-maatregel onderging. Het hof besloot, rekening houdend met de ISD-maatregel en de wens om de verdachte een nieuwe start te gunnen, om geen straf of maatregel op te leggen voor het bewezen verklaarde feit.

Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, maar heeft besloten dat er geen straf of maatregel opgelegd zou worden. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000822-16
datum uitspraak: 20 april 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 februari 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-810022-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 april 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 januari 2016 te Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een filiaal van supermarkt Albert Heijn gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen een fles wijn (met een verkoopwaarde van 12,99 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (supermarkt) Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en een andere strafoplegging komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 29 januari 2016 te Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een filiaal van supermarkt Albert Heijn gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een fles wijn met een verkoopwaarde van 12,99 euro, toebehorende aan supermarkt Albert Heijn.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging in verzekering heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met aftrek van voorarrest.
De raadsman van de verdachte heeft het hof ter terechtzitting in hoger beroep verzocht artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht van toepassing te verklaren nu de verdachte momenteel de ISD-maatregel ondergaat en het doorkruisen van de ISD-maatregel met een straf niet wenselijk is.
Het hof overweegt als volgt.
Na de datum van het bewezenverklaarde feit, te weten 29 januari 2016, is de verdachte bij uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 9 september 2016 de ISD-maatregel opgelegd.
Gelet op het bepaalde in artikel 63 en ook om de verdachte na ommekomst van het ISD-traject een nieuwe start te gunnen acht het hof het, als bepleit door de raadsman, raadzaam onder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel voor het onderhavige bewezenverklaarde feit op te leggen.
Daarom zal dienovereenkomstig worden beslist.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.M. Boekhoudt, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. F.M.D. Aardema, in tegenwoordigheid van mr. D.E.C. Velthuis, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 april 2017.
Mr. A.D.R.M. Boumans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.