Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 23 juni 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of verwerkt en/of bewerkt, althans opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand gelegen aan de [adres 2]) ongeveer 755 hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 23 juni 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak feit 2 primair en subsidiair
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 23 juni 2016 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand gelegen aan de [adres 2]) ongeveer 755 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Nadere bewijsoverweging
- betrokkenheid bij het telen, bereiden en/of verwerken van hennepplanten kan niet worden bewezen, nu de verdachte enkel wetenschap had van de plantage. Het dossier biedt voor verdere betrokkenheid bij het telen van deze planten geen concreet bewijs;
- evenmin kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het aanwezig hebben van hennepplanten, nu op geen enkel moment is gebleken van beschikkingsmacht. Het feit dat hij een keer het licht heeft uitgedaan wijst daar niet op. De verdachte mocht slechts gebruiken maken van het kantoor;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.