ECLI:NL:GHAMS:2017:149
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte; ontruiming en onderverhuur aan derden in strijd met algemene huurvoorwaarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding betreffende de ontruiming van een huurwoning. De appellant, die in hoger beroep is gekomen van een vonnis van de kantonrechter, heeft de huurovereenkomst met de Stichting Parteon, de verhuurder, geschonden door het gehuurde aan derden, in dit geval toeristen via Airbnb, onder te verhuren. De kantonrechter heeft de ontruiming toegewezen op basis van deze schending van de Algemene Huurvoorwaarden, die vereisen dat de huurder het gehuurde zelf bewoont en niet zonder toestemming onderverhuurt. De kantonrechter heeft echter het verzoek van Parteon om een voorschot op de contractuele boete afgewezen, omdat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of het boetebeding oneerlijk is in de zin van de richtlijn 93/13/EEG. Het hof heeft in hoger beroep de feiten van de kantonrechter als uitgangspunt genomen, en de appellant heeft zijn hoger beroep tegen het vonnis van de kantonrechter ingetrokken, wat leidde tot bekrachtiging van het vonnis. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering van Parteon niet aannemelijk en spoedeisend genoeg was voor toewijzing in kort geding, en dat de vraag over de boete in een bodemprocedure moet worden beantwoord. Het hof heeft de kosten van het principaal appel aan de appellant opgelegd en het incidenteel appel van Parteon verworpen.