Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.CITADEL EQUITY FUND LTD.,
1.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, met bijlage (productie 25);
- de stukken van de procedure in eerste aanleg, waaronder het proces-verbaal van de zitting van 12 januari 2017;
- de brief van de bewindvoerder van 16 maart 2017, met bijlagen (bijlage 1 tot en met 3);
- de brief van de bewindvoerder van PTIF van 20 maart 2017;
- het verweerschrift van Oi Coop van 22 maart 2017, met bijlagen (genummerd 1 tot en met 21c);
- de zienswijze van de bewindvoerder van 23 maart 2017, met bijlagen (producties 1 tot en met 6);
- brieven van Oi Coop van 20 maart en 24 maart 2017;
- brieven van Citadel c.s. van 21 maart, 22 maart en 24 maart 2017;
- nadere stukken van Citadel c.s. (productie 26 tot en met 33) ingediend bij brief van 27 maart 2017;
- nadere stukken van Oi Coop (bijlage 22 tot en met 24) ingediend bij brief van 28 maart 2017.
2.De mondelinge behandeling in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“(…) As discussed during the recent video conference, we would like to propose to address your questions during our future scheduled conferences, as the restructuring process further develops and the required information becomes available (some of your information requests can simply not be complied with at this stage of the restructuring process, which is not uncommon in multi-jurisdictional restructurings). (…)”
4.De beoordeling
"as the restructuring process further develops and the required information becomes available"van een passieve, afwachtende houding van het bestuur van Oi Coop die zich de financiële consequenties van het naderend RJ akkoord laat welgevallen zonder, zoals van het bestuur mag worden verwacht, zich, in het belang van de boedel, in samenspraak met de bewindvoerder te beraden over de gevolgen van het voorgenomen RJ akkoord en daarvoor actief de nodige informatie te vergaren en met de bewindvoerder te delen.
“This is the proposal we’ll send to the judge and put to a vote.”, is thans, anders dan ten tijde van de bestreden beschikking (zie rov. 8.7 ervan), voldoende aannemelijk dat op de vorderingen van Oi Coop jegens Oi S.A. en Oi Móvel geen uitkering zal plaatsvinden. Voorts heeft de aanbeveling van de rechtbank aan Oi Coop om met de bewindvoerder samen te werken en hem van de nodige informatie te voorzien om zijn taak behoorlijk te kunnen vervullen (zie rov. 8.20), zoals uit het voorgaande volgt, niet tot het gewenste resultaat geleid. De door Oi Coop in dit verband genoemde argumenten volgt het hof niet. Dat een aan te stellen curator geen per saldo (van Oi Coop en de garant Oi S.A.) hogere uitkeringen aan de schuldeisers zou kunnen bewerkstelligen dan waarin het (concept) RJ akkoord thans voorziet, staat, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet op voorhand vast. De vermeende negatieve fiscale gevolgen zijn gemotiveerd betwist en ontberen concrete en inzichtelijke onderbouwing. De stelling dat door het faillissement van Oi Coop de RJ procedure “ontwricht” zal worden, is evenmin concreet onderbouwd.
5.De beslissing
- verstaat dat het loon van de bewindvoerder en de overige in de surseance van betaling gemaakte kosten in een afzonderlijk te geven beschikking door de rechtbank zullen kunnen worden vastgesteld;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.