Uitspraak
mr. H.P. Plas, kantoorhoudende te Enschede,
mr. P. Haas, kantoorhoudende te Rotterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 19 januari 2017, wordt het verzoek behandeld van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] om het onderzoeksbudget voor een lopend onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Eshuis Holding B.V. te verhogen. Dit onderzoek was eerder bevolen bij beschikkingen van 7 en 14 juli 2015, waarbij mr. H.M. de Mol van Otterloo als onderzoeker was aangesteld. Het oorspronkelijke budget was vastgesteld op € 25.000, maar de onderzoeker heeft verzocht om dit bedrag te verhogen met € 30.000, tot een totaal van € 55.000, exclusief btw.
De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking vastgesteld dat er geen bezwaar is ontvangen van de betrokken partijen tegen het verzoek van de onderzoeker. Gezien de motivering van het verzoek en het ontbreken van tegenargumenten, heeft de Ondernemingskamer besloten het onderzoeksbudget te verhogen zoals verzocht. Tevens is bepaald dat Eshuis Holding B.V. voor de aanvang van de werkzaamheden van de onderzoeker (aanvullende) zekerheid moet stellen voor de betaling van het verhoogde bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.
De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. Dit besluit benadrukt het belang van transparantie en de noodzaak om adequaat onderzoek te kunnen verrichten in het kader van de bedrijfsvoering van de betrokken vennootschappen.