ECLI:NL:GHAMS:2016:975
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op partnerpensioen na overlijden van deelnemer door onvoldoende informatie van pensioenfonds
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanspraak op partnerpensioen van de echtgenote van een deelnemer aan een pensioenfonds. De appellant, die in hoger beroep was gekomen tegen een vonnis van de kantonrechter, stelde dat hij onvoldoende was geïnformeerd over de mogelijkheid dat ook ongehuwd samenwonenden recht hadden op partnerpensioen. De kantonrechter had eerder de vordering van de appellant afgewezen, maar het hof oordeelde dat het pensioenfonds niet had voldaan aan zijn informatieplicht. De appellant had in 1990 een gezamenlijke huishouding gevoerd met zijn partner, maar was niet op de hoogte gesteld van de wijziging in het pensioenreglement die op 1 juli 1990 in werking trad en waarin deze mogelijkheid werd opgenomen. Het hof concludeerde dat de appellant, indien hij correct was geïnformeerd, een samenlevingscontract zou hebben overgelegd en dat zijn echtgenote recht heeft op het partnerpensioen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde voor recht dat de echtgenote aanspraak kan maken op het partnerpensioen, vermeerderd met eventuele toekomstige indexeringen. Tevens werd het pensioenfonds veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.