ECLI:NL:GHAMS:2016:913

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2016
Publicatiedatum
15 maart 2016
Zaaknummer
14/00619
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake WOZ-waarde en verzoek om proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep met kenmerk 14/00619. De zaak betreft een verzoek om proceskostenvergoeding naar aanleiding van een ingetrokken hoger beroep door de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer. De heffingsambtenaar had eerder de waarde van een onroerende zaak aan de [A-straat] te [Z] vastgesteld op € 85.000 per 1 januari 2012. Na bezwaar van belanghebbende, die werd bijgestaan door gemachtigde G. Gieben van Previcus Vastgoed, heeft de rechtbank Noord-Holland de waarde verlaagd naar € 60.000 en de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van proceskosten en griffierecht aan belanghebbende.

Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is op 2 maart 2016 ter zitting ingetrokken. Belanghebbende heeft daarop een verzoek ingediend op basis van artikel 8:118, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, om veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten. Het Hof heeft dit verzoek gehonoreerd en een proceskostenvergoeding van € 992 toegekend, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door de derde meervoudige belastingkamer, met de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 14/00619
10 maart 2016
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het op de voet van artikel 8:118, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht gedane verzoek van
[X]te [Z] , belanghebbende,
gemachtigde: G. Gieben (Previcus Vastgoed te Beugen)
tot een veroordeling van
de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer,de heffingsambtenaar,
in de proceskosten ter zake van het door de heffingsambtenaar ingestelde en op 2 maart 2016 ingetrokken hoger beroep
tegen
de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 14/125 van de rechtbank Noord-Holland in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
De heffingsambtenaar heeft op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) bij beschikking met dagtekening 28 februari 2013 de waarde per de waardepeildatum 1 januari 2012 van de onroerende zaak [A-straat] te [Z] voor het jaar 2013 vastgesteld op € 85.000.
1.2. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 21 november 2013, de beschikking gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 4 juli 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de waarde verminderd tot € 60.000, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.217 en de heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 44 aan belanghebbende te vergoeden.
1.4.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep van de heffingsambtenaar is bij het Hof ingekomen op 13 augustus 2014. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Overwegingen

2.1.
Ter zitting heeft de heffingsambtenaar, het Hof gehoord hebbende, zijn hoger beroep ingetrokken.
2.2.
Belanghebbende heeft hierop ter zitting een verzoek gedaan ex artikel 8:118, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht tot veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep.
2.3.
Het Hof kent aan belanghebbende een proceskostenvergoeding toe conform het Besluit proceskosten bestuursrecht van (2 (indienen verweerschrift en verschijnen ter zitting) x € 496 x 1=) € 992.

3.Beslissing

Het Hof veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van belanghebbende tot een bedrag van € 992.
De uitspraak is gedaan door mrs. J. den Boer, voorzitter, en E.A.G. van der Ouderaa en J.A. van Horzen, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. M.S.H. Lange als griffier.
De beslissing is op 10 maart 2016 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.