Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1dat het rookkanaal een bestanddeel was geworden van de mandelige scheidsmuur tussen de woningen van partijen. Het rookkanaal was volgens [appellanten] op zodanige wijze met de scheidsmuur verbonden dat deze daarvan niet kon worden afgescheiden zonder beschadiging van betekenis toe te brengen aan het rookkanaal danwel de scheidsmuur, een en ander zoals bedoeld in artikel 3:4 lid 2 BW. Dit blijkt uit foto 1 van het rapport van Elan waarop de schade zichtbaar is die is ontstaan door het verwijderen van het rookkanaal (gaten en kraters in de scheidsmuur en scheuren in het behang aan de zijde van [geïntimeerden] ). Dit betekent dat het rookkanaal, als bestanddeel van de mandelige muur, gemeenschappelijke eigendom was van partijen. Door het verwijderen daarvan hebben [geïntimeerden] inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van [appellanten] , aldus nog steeds [appellanten]
grief 2voeren [appellanten] aan dat door verkrijgende verjaring te goeder trouw danwel bevrijdende verjaring te kwader trouw een erfdienstbaarheid is ontstaan. Volgens [appellanten] hebben de toenmalige eigenaren van de woning(en) bij de bouwkundige splitsing in 1962 besloten dat de schoorsteen zou worden gesitueerd in de woning op [adres 2] , met dien verstande dat de woning op [adres 3] het rookkanaal zou kunnen blijven gebruiken. De rechtsvoorganger van [geïntimeerden] heeft dit in 1991 mondeling aan [appellanten] bevestigd. [appellanten] hebben het rookkanaal vervolgens sinds 1991 met tussenpozen gebruikt. Ook hebben zij het rookkanaal sinds 1991 onderhouden en in 2011 nog een reparatie laten uitvoeren, aldus steeds [appellanten]
grief 1voorts nog op het standpunt dat [geïntimeerden] in strijd hebben gehandeld met de maatschappelijke zorgvuldigheid die zij jegens [appellanten] dienen te betrachten, gelet op de gerechtvaardigde aanspraak van [appellanten] op voortzetting van het door hen gestelde gebruik van het rookkanaal. De Waard verwijzen in dit verband naar een uitspraak van de rechtbank Den Bosch van 10 september 2008, ECLI:NL:RBSHE:2008:BF0497.