ECLI:NL:GHAMS:2016:797

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 februari 2016
Publicatiedatum
7 maart 2016
Zaaknummer
23-003048-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake meerdere diefstallen en beschadiging met vrijspraak op enkele punten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 7 juli 2015. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd, was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis waarin hij was vrijgesproken van enkele diefstallen. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft de zaak onderzocht op de zitting van 12 februari 2016 en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging omvatte meerdere diefstallen en beschadiging van goederen, waarbij de verdachte in vereniging met anderen handelde. Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal en heling van bepaalde goederen, en sprak hem vrij van deze tenlasteleggingen. Echter, het hof achtte wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen in andere gevallen, en legde een gevangenisstraf van 15 maanden op, waarvan een deel voorwaardelijk. De verdachte werd ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij. Het hof hield rekening met de recidivekans van de verdachte en de noodzaak voor behandeling van zijn gokverslaving.

Uitspraak

Parketnummer: 23-003048-15
Datum uitspraak: 26 februari 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 7 juli 2015 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-810092-15 en 15-182135-14 en 15-810140-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres 1]
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 3 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 februari 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Voor zover in hoger beroep nog aan de orde en gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging, is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 15-810092-15:1 primair:hij op of omstreeks 13 oktober 2014, te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in of uit een pand (casino) gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een cashbox en/of een geldbedrag van (ongeveer) 18.900 euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijfsnaam 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, een valse sleutel en/of inklimming;
2 primair:hij op of omstreeks 15 juni 2014 en/of 16 juni 2014 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in of uit een pand gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 9.685 euro, althans enig geldbedrag, en/of twee, althans een of meer, kluis/kluizen en/of een geldkistje, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijfsnaam 2] en/of [bedrijfsnaam 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen geldbedrag en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, een valse sleutel en/of inklimming;
4:hij op of omstreeks 23 februari 2015 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk en wederrechtelijk twee beveiligingscamera's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, witte verf op de beveligingscamera(s) gespoten;
Zaak met parketnummer 15-182135-14 (gevoegd):1 primair:hij op of omstreeks 27 december 2012 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen onder meer een of meer playstation(s) met toebehoren en/of een of meer playstationspel(len) en/of een of meer camera(s) en/of een of meer cadeaubon(nen) en/of een mediaplayer en/of een hoeveelheid geld en/of sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
1 subsidiair:hij in of omstreeks de periode van 27 december 2012 tot en met 14 februari 2013, te Rijsenhout, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, onder meer een of meer playstation(s) met toebehoren en/of een of meer playstationspel(len) en/of een of meer camera(s) en/of een of meer cadeaubon(nen) en/of een mediaplayer en/of een hoeveelheid geld en/of sieraden, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; (art 417bis en 47 Wetboek van Strafrecht)
2 primair:hij op of omstreeks 14 februari 2013 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning heeft weggenomen een tas (inhoudende onder meer: (een) of meer dvd speler(s), (een) of meer koptelefoon(s) en/of een mes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2 subsidiair:hij in of omstreeks de periode 13 februari 2013 en 14 februari 2013 te Rijsenhout, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een tas (inhoudende onder meer: (een) of meer dvd speler(s), (een) of meer koptelefoon(s) en/of een mes) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die tas met inhoud wist(en), althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; (art.417bis en 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaak met parketnummer 15-810140-14 (gevoegd):
1 primair:hij op of omstreeks 01 maart 2014 te Zandvoort in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldwisselaar heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer EUR 5218,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak van valse sleutels, verbreking en/of inklimming;
2 primair:hij op of omstreeks 26 januari 2014 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer in elk geval in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gokkast/automaat heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer EUR 250,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijfsnaam 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Bespreking formeel verweer

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van de verdachte ten aanzien het in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 2 ten laste gelegde, omdat het Openbaar Ministerie in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel en het verbod van willekeur.
Het hof verwerpt dit verweer, welke verwerping gelet op de hierna weer te gevenbeslissing geen (verdere) bespreking behoeft.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 1 primair en 1 subsidiair
Hoewel de bewijsmiddelen sterke aanwijzingen in andere zin inhouden, heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal dan wel de heling van de desbetreffende goeden. Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep openheid van zaken gegeven en verklaard over de feiten waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt. Het onderhavige feit heeft hij met klem ontkend. Zijn verklaring is op het hof overtuigend overgekomen. Daarom moet de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 2 primair en 2 subsidiair
De verdachte heeft verklaard ten tijde van de diefstal van de goederen bij zijn vriendin te hebben verbleven in verband met Valentijnsdag. Ten tijde van de doorzoeking van verdachtes kamer, enkele uren na de diefstal op 14 februari 2013, was laatstgenoemde evenmin in de woning aanwezig. Het is onduidelijk gebleven wanneer de verdachte voor het laatst in de woning aanwezig is geweest. Voorts is nergens uit vast komen te staan dat de verdachte wist dat de tas met de voorwerpen zich in zijn kamer bevond, noch dat hij bekend was met de inhoud daarvan.
Zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 2
Het café, waarin de verdachte het feit zou hebben gepleegd, was die avond drukbezocht. Desondanks heeft niet meer dan één getuige belastend over de verdachte verklaard. Die getuige heeft ter terechtzitting in eerst aanleg zijn eerdere verklaring ingetrokken. Het overige bewijs is indirect en onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 15-810092-15:1:hij op 13 oktober 2014, te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand (casino) gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen een cashbox en een geldbedrag van 18.900 euro, toebehorende aan [bedrijfsnaam 1];
2:hij op 15 juni 2014 te Haarlem, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een pand gelegen aan de [adres 3], heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 9.685 euro, twee kluizen en een geldkistje, toebehorende aan [bedrijfsnaam 2] en/of [bedrijfsnaam 3], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
4:hij op 23 februari 2015 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk en wederrechtelijk twee beveiligingscamera's, toebehorende aan [bedrijf 1], heeft beschadigd, immers heeft hij, verdachte, witte verf op de beveiligingscamera’s gespoten;
Zaak met parketnummer 15-810140-14 (gevoegd):1:hij op 1 maart 2014 te Zandvoort tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldwisselaar heeft weggenomen een geldbedrag van EUR 5218,-, toebehorende aan [bedrijf 2], waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, die deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 4 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4, het in de zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 1 subsidiair en 2 primair en het in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van de door de verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4, het in de zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 1 subsidiair en 2 subsidiair en het in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 2 jaren gekoppeld aan de bijzondere voorwaarden zoals die zijn geadviseerd door de Reclassering op 11 februari 2016.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal diefstallen in vereniging. In één van die gevallen hebben de verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, waarbij verdachte en zijn mededaders aanmerkelijke braak- en verbrekingsschade, hebben veroorzaakt. In een ander geval heeft hij het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de beschadiging van beveiligingscamera’s. Naast de door de verdachte toegebrachte financiële schade leiden dergelijke feiten tot grote overlast en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het hof rekent dit de verdachte zeer aan.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 27 januari 2016 is de verdachte eerder ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk tot vrijheidsbenemende straffen veroordeeld. Het hof weegt het in verdachtes nadeel dat dit de verdachte er (kennelijk) niet van heeft kunnen weerhouden te recidiveren.
Ondanks dat het hof, anders dan de rechtbank en anders dan door de advocaat-generaal gevorderd, ten aanzien van een kleiner aantal van de ten laste gelegde feiten tot een bewezenverklaring is gekomen, rechtvaardigt de ernst van de bewezenverklaarde feiten, bezien in samenhang en onderling verband met verdachtes strafblad, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 maanden.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het hof echter in het bijzonder gelet op het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies van 11 februari 2016. Uit dit rapport komt naar voren dat de recidivekans hoog is. Verdachtes gokverslaving, gebrek aan dagbesteding, gebrek aan inkomsten, sociale netwerk en onvoldoende ontwikkelde copingvaardigheden zijn criminogene factoren die hieraan bijdragen. Een steunende factor voor de verlaging van de recidive is de huidige motivatie van de verdachte. Dat gaat gepaard met een bepaalde mate van zelfinzicht en probleembesef. De verdachte heeft, ook ter terechtzitting in hoger beroep, erkend hulp nodig te hebben en deze ook te wensen om zijn leven een positieve draai te geven. Een gedeeltelijk voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden wordt derhalve geadviseerd, opdat de verdachte daadwerkelijk de benodigde hulp zal krijgen van de reclassering. Het hof zal hiermee rekening houden omdat de verdachte een gewijzigde proceshouding heeft aangenomen en het hof heeft overtuigd van zijn oprechte goede bedoelingen het roer om te gooien.
Het hof acht daarom, alles afwegende, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [bedrijfsnaam 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 12.366,20. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde heeft zich opnieuw gevoegd in het hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 2 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is, samen met zijn mededaders, tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering hoofdelijk, zoals hierna te vermelden, zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 63, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht. Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 3 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-182135-14 onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 1, 2 en 4 en in de zaak met parketnummer 15-810140-14 onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat:
  • de veroordeelde verplicht is zich in de proeftijd te melden bij Palier Reclassering, Zijlweg 148C, 2015 BJ te Haarlem, op het tijdstip waarop hij wordt uitgenodigd en zich zal blijven melden zo frequent en zolang de Palier dit noodzakelijk acht;
  • de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal stellen van een de forensische polikliniek van Palier of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de Reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens Palier of een nader aan te wijzen instelling zullen worden gegeven, teneinde zich te laten behandelen voor gokverslaving.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [bedrijfsnaam 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [bedrijfsnaam 3] ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 12.366,20 (twaalfduizend driehonderdzesenzestig euro en twintig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [bedrijfsnaam 3], ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-810092-15 onder 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 12.366,20 (twaalfduizend driehonderdzesenzestig euro en twintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
96 (zesennegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. M. Helmers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 februari 2016.
Mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]