Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De vennootschap onder firma [X] V.O.F.,
[AX],
[BX],
[CX],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, hebben de vennoten van de vennootschap onder firma [X] V.O.F. bezwaar gemaakt tegen het griffierecht dat hen in rekening is gebracht. De verzoekers, die in hoger beroep zijn gekomen van een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, stellen dat het griffierecht voor niet-natuurlijke personen onterecht is geheven, aangezien verzoeker sub 2 een toevoeging heeft gekregen. De rechtbank had eerder hun vorderingen tegen Sun Lover’s Casual en [A] afgewezen, wat hen noopte tot hoger beroep.
De procedure begon met een griffierecht van € 1.937,- dat door het Landelijk Dienstencentrum van de rechtspraak was geheven. Verzoekers maakten bezwaar tegen de hoogte van dit griffierecht, maar het hof handhaafde de beslissing om het tarief voor niet-natuurlijke personen te hanteren. Verzoekers voerden aan dat het geschil niet in de uitoefening van de vennootschap had plaatsgevonden en dat verzoeker sub 2, die met zijn moeder een overeenkomst tot sleutelgeld had gesloten, in financiële problemen verkeerde.
Het hof oordeelde dat, ondanks de toevoeging aan verzoeker sub 2, het griffierecht voor niet-natuurlijke personen gerechtvaardigd was. De wetgeving biedt mogelijkheden voor gesubsidieerde rechtsbijstand en verlaging van het griffierecht voor onvermogenden, maar verzoekers hadden hun stellingen niet voldoende onderbouwd. Het hof verklaarde het verzet ongegrond en bevestigde de eerdere beslissing.