ECLI:NL:GHAMS:2016:701

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
200.100.680/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling peildatum voor waardering aandelen in Teleplan International N.V. in het kader van uitkoopprocedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de uitkoop van aandeelhouders in de besloten vennootschap Teleplan International N.V. Eiseres, AMS Acquisition B.V., heeft een vordering ingesteld tot uitkoop van de overige aandeelhouders. De Ondernemingskamer heeft in eerdere arresten geoordeeld dat de vordering in beginsel toewijsbaar is, maar dat er nog discussie bestaat over de prijs van de over te dragen aandelen. In het arrest van 19 maart 2013 werd een onderzoek bevolen naar de waarde van de aandelen, maar het rapport dat daarop volgde voldeed niet aan de vereisten van hoor en wederhoor. Dit leidde tot een nieuw onderzoek, waarbij drs. M.A. Nagelhout als deskundige werd benoemd.

In het arrest van 1 december 2015 heeft de Ondernemingskamer de incidentele vordering van Heidelberger afgewezen en aangegeven dat de peildatum voor de waardering van de aandelen op 19 maart 2013 zal worden vastgesteld. Beide partijen hebben ingestemd met deze peildatum. De Ondernemingskamer heeft vervolgens bepaald dat de deskundige uiterlijk op 28 juni 2016 zijn rapport moet indienen en dat de zaak op 26 juli 2016 opnieuw zal worden behandeld. Het arrest is uitgesproken door een meervoudige kamer, met de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar gemaakt op 1 maart 2016.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.100.680/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 1 maart 2016
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMS ACQUISITION B.V.,
gevestigd te Utrecht,
EISERES,
advocaat:
mr. M. van Hooijdonk, kantoorhoudend te Amsterdam,
t e g e n

1.de vennootschap naar het recht van de Bondsrepubliek Duitsland

HEIDELBERGER BETEILIGUNGSHOLDING A.G.,
gevestigd te Heidelberg (Bondsrepubliek Duitsland),
GEDAAGDE,
advocaat:
mr. M.C.J. de Schepper, kantoorhoudend te Eindhoven,
2.
DE OVERIGE, NIET BIJ NAAM BEKENDE, HOUDERS VAN AANDELEN AAN TOONDER IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP TELEPLAN INTERNATIONAL N.V., GEVESTIGD TE AMSTERDAM,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
GEDAAGDEN,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Eiseres wordt hierna aangeduid als AMS. Gedaagde sub 1 wordt hierna Heidelberger genoemd.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de tussenarresten van 19 maart 2013, 17 juni 2014, 24 februari 2015, 3 maart 2015 en 1 december 2015 in deze zaak.
1.3
Bij het arrest van 19 maart 2013 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - geoordeeld dat de vordering van AMS, strekkende tot uitkoop van de overige aandeelhouders in Teleplan International N.V. (hierna: Teleplan) in beginsel kan worden toegewezen en dat het geschil nog enkel ziet op de vaststelling van de prijs voor de over te dragen aandelen. In dat kader heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen door drs. P. Hoiting RA RV (hierna: Hoiting) naar de waarde van de over te dragen aandelen in het geplaatste kapitaal van Teleplan.
1.4
In het arrest van 24 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat het rapport van Hoiting van 26 augustus 2013 niet kan dienen als grondslag voor haar oordeel met betrekking tot de prijs aangezien bij de totstandkoming daarvan tekort is gedaan aan het stelsel van hoor en wederhoor. De Ondernemingskamer heeft in datzelfde arrest een nieuw onderzoek bevolen naar de waarde van de over te dragen aandelen in Teleplan. Bij arrest van 3 maart 2015 heeft de Ondernemingskamer drs. M.A. Nagelhout (hierna: de deskundige) benoemd teneinde dat onderzoek te verrichten.
1.5
In het arrest van 1 december 2015 heeft de Ondernemingskamer de door Heidelberger ingestelde incidentele vordering “tot garanderen correcte toepassing hoor en wederhoor door benoemde deskundige n.a.v. voorliggende procedureplan van deze deskundige” afgewezen. De Ondernemingskamer heeft voorts in de hoofdzaak te kennen gegeven, onder verwijzing naar OK 7 juli 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2775 (Unit4), voornemens te zijn de peildatum voor de waardering van de over te dragen aandelen vast te stellen op 19 maart 2013, de datum van het tussenarrest waarin is geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte over dit voornemen van de Ondernemingskamer uit te laten.
1.6
Beide verschenen partijen hebben op de rol van 5 januari 2016 een akte genomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Beide verschenen partijen hebben te kennen gegeven in te stemmen met het voornemen om de peildatum vast te stellen op 19 maart 2013. De Ondernemingskamer zal dienovereenkomstig de peildatum vaststellen op 19 maart 2013 (de datum van het tussenarrest waarin is geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is).
2.2
Waardering tegen deze datum houdt in dat bij de waardering uitgegaan dient te worden van de op de peildatum beschikbare gegevens en de op de peildatum bestaande verwachtingen omtrent de toekomst.
2.3
De Ondernemingskamer houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de peildatum voor de waardering van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Teleplan International N.V. op 19 maart 2013;
bepaalt dat de deskundige uiterlijk op 28 juni 2016 zijn schriftelijk en ondertekend bericht doet toekomen aan de griffier van de Ondernemingskamer;
bepaalt dat de griffier van de Ondernemingskamer onverwijld aan de deskundige een afschrift van dit arrest en van de in hierboven onder 1.6 genoemde akten ter completering van het reeds in zijn bezit zijnde procesdossier zal doen toekomen;
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van dinsdag 26 juli 2016 voor het desgewenst nemen van een conclusie na deskundigenbericht (gelijktijdig door beide verschenen partijen), onderscheidenlijk het vragen van arrest;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2016.