ECLI:NL:GHAMS:2016:649
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.J.F. Thiessen
- C.G. Kleene-Eijk
- D. Kingma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de ondernemingsraad van de gemeente Amsterdam stadsdeel Zuid en de gemeente Amsterdam over de invulling van tussentijdse vacatures en medezeggenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Ondernemingsraad (OR) van de gemeente Amsterdam stadsdeel Zuid tegen de gemeente Amsterdam. De OR is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de kantonrechter de gevorderde voorlopige voorzieningen heeft afgewezen. De OR vorderde onder andere dat de gemeente de per 1 januari 2015 en per 19 maart 2015 aangetreden ondernemingsraadleden zou faciliteren in tijd en middelen, en dat het convenant onverkort nageleefd zou worden. De gemeente heeft echter gesteld dat de OR in strijd met het reglement heeft gehandeld door tussentijdse vacatures op een niet-reglementaire wijze in te vullen. Het hof heeft geoordeeld dat de gemeente niet gehouden is om de aldus aangewezen leden te faciliteren, omdat de handelwijze van de OR in strijd is met het eigen reglement en het democratische beginsel van een ondernemingsraad. Het hof heeft de grieven van de OR afgewezen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De OR is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.