ECLI:NL:GHAMS:2016:5890
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.J.M. de Werd
- F.A. Hartsuiker
- J.H. de Graaf
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebreken in de uitreiking en vertaling
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 4 april 2016. De kern van de zaak betreft de geldigheid van de inleidende dagvaarding die op 29 maart 2016 in persoon aan de verdachte is uitgereikt. Het hof oordeelt dat de dagvaarding nietig is, omdat de verdachte de Nederlandse taal onvoldoende beheerste om de inhoud en strekking van de dagvaarding te begrijpen. Er was geen vertaling van de dagvaarding beschikbaar en de informatie over de datum, tijd en plaats van de zitting ontbrak op het vertaalde stuk. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de zitting. Het hof concludeert dat de dagvaarding niet voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, wat leidt tot de nietigheid van de dagvaarding. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en verklaart de dagvaarding in eerste aanleg nietig.