ECLI:NL:GHAMS:2016:5881
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- J.J.I. de Jong
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 5 september 2016, die een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 7 september 2016 in acht genomen, evenals de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. Hendrickx, gehoord.
Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep, met uitzondering van de kleine recidivegrond. De laatste onherroepelijke veroordeling van de verdachte viel namelijk niet onder de in artikel 67a, tweede lid, aanhef en onder 3e, Sv genoemde artikelen. Eerdere veroordelingen waren bovendien buiten de 5-jaarstermijn. Gezien de justitiële documentatie van de verdachte oordeelt het hof dat er een ernstige vrees bestaat dat de verdachte zich opnieuw schuldig zal maken aan een misdrijf waarop een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld.
Met betrekking tot het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis, overweegt het hof dat het ontbreken van een reclasseringsrapport met concrete schorsingsvoorwaarden op dit moment onvoldoende inzicht biedt om het recidivegevaar te beoordelen. Het hof heeft echter besloten de duur van de bevolen gevangenhouding te beperken tot 45 dagen, om zo het uitbrengen van een reclasseringsrapport te bespoedigen. Dit rapport zal helpen bij de beoordeling of schorsing van de voorlopige hechtenis een reële mogelijkheid is. Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, met de beperking van de duur van de gevangenhouding tot 45 dagen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.