ECLI:NL:GHAMS:2016:5880
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- J.J.I. de Jong
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging voorlopige hechtenis met betrekking tot verdachte met psychiatrische problematiek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 5 september 2016, die de verlenging van de voorlopige hechtenis van de verdachte beval. De verdachte, geboren in 1975 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 8 september 2016 in acht genomen, evenals de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N. Swart.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van oordeel dat de gronden waarop deze berust, juist zijn. Het hof is het niet eens met de stelling van de raadsvrouw en de advocaat-generaal dat er een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich voordoet. Tevens ziet het hof geen aanleiding om de duur van de verlenging van de gevangenhouding te beperken, zoals door de advocaat-generaal was gevorderd. Het hof houdt rekening met de mogelijkheid dat de verdachte bij veroordeling een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of een vrijheidsbenemende maatregel opgelegd kan krijgen, mede gezien de psychiatrische problematiek van de verdachte.
Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen, omdat het hof niet kan inschatten of het recidivegevaar kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden, zolang de aangevraagde rapportage niet beschikbaar is. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.