ECLI:NL:GHAMS:2016:5843

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 januari 2016
Publicatiedatum
9 juni 2017
Zaaknummer
23-003154-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Amsterdam inzake wapenoverdracht en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van het overdragen van een pistoolmitrailleur en bijbehorende munitie op of omstreeks 28 januari 2015 in Amsterdam. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 240 uren geëist. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting en de vordering van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte een onaanvaardbaar risico heeft gecreëerd voor de veiligheid van anderen door het overdragen van een wapen en munitie, die bedoeld waren voor ernstige criminele activiteiten. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de maatschappelijke veiligheid.

Uitspraak

parketnummer: 23-003154-15
datum uitspraak: 5 januari 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-654082-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 december 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 januari 2015, in elk geval in de periode tussen 28 januari 2015 en 11 februari 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een wapen van categorie II, te weten een pistoolmitrailleur (merk Arma Grupa of Zagreb, model ERO), en/of munitie van categorie III, te weten een patroonmagazijn met 19 patronen (kaliber 9mmx19) en/of een patroonmagazijn met 16 patronen (kaliber 9mmx19), heeft overgedragen aan [medeverdachte 1] en/of voorhanden heeft gehad;; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en kwalificatie komt dan de rechtbank.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 28 januari 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie II, te weten een pistoolmitrailleur (merk Arma Grupa of Zagreb, model ERO) en munitie van categorie III, te weten een patroonmagazijn met 19 patronen (kaliber 9mmx19) en een patroonmagazijn met 16 patronen (kaliber 9mmx19), heeft overgedragen aan [medeverdachte 2] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek van voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overdragen van een pistoolmitrailleur en bijbehorende munitie. Door dergelijk handelen wordt de maatschappelijke veiligheid ernstig aangetast, nu dit wapen en de bijbehorende munitie blijkens de tapgesprekken bedoeld waren om te worden gebruikt voor ernstige criminele activiteiten. Verdachte heeft met deze overdracht een onaanvaardbaar risico opgeroepen voor het leven en de veiligheid van personen. Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 8 december 2015 is de verdachte eerder ter zake van misdrijven onherroepelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur, zoals ook door de rechtbank is opgelegd, passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.A. Hartsuiker, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. J.A. Peters, in tegenwoordigheid van mr. N. Vonk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 januari 2016.
De griffier en de jongste raadsheer zijn buiten staat mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]