In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van het overdragen van een pistoolmitrailleur en bijbehorende munitie op of omstreeks 28 januari 2015 in Amsterdam. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 240 uren geëist. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting en de vordering van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte een onaanvaardbaar risico heeft gecreëerd voor de veiligheid van anderen door het overdragen van een wapen en munitie, die bedoeld waren voor ernstige criminele activiteiten. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de maatschappelijke veiligheid.