ECLI:NL:GHAMS:2016:5829
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van afwijzing schuldsanering en toewijzing van het verzoek tot wettelijke schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van de schuldsaneringsregeling voor appellante [X]. De rechtbank Amsterdam had op 5 juli 2016 het verzoek van [X] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat zij in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek schulden had laten ontstaan door onverantwoord financieel gedrag. Appellante had in 2010 en 2011 onterecht kinderopvangtoeslag ontvangen, maar had de schuld uit 2011 inmiddels afbetaald. De schuld uit 2010 was langer dan vijf jaar geleden ontstaan. Daarnaast had zij telecomschulden uit 2012 en 2013. Sinds 2014 was er een beschermingsbewindvoerder aangesteld en had [X] haar gedrag omgebogen. Ze had een baan als gastouder en een aanvullende baan in de zorg gevonden. Het hof heeft vastgesteld dat [X] zich aan de afspraken met de schuldhulpverlening heeft gehouden en dat zij inzicht heeft gekregen in haar financiële situatie. Het hof oordeelde dat [X] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de omstandigheden die hebben geleid tot haar schulden onder controle heeft gekregen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek van [X] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling toegewezen. De zaak is verwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling.