Uitspraak
strafzaak)
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweren
Verzoek tot nader onderzoek
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
11 (elf) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, een receptiemedewerker van een medisch centrum, werd beschuldigd van verduistering van parkeergelden. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de opgelegde straf, die werd gematigd van 12 maanden naar 11 maanden gevangenisstraf. De verdachte had gedurende een periode van meer dan twee jaar stelselmatig geldbedragen uit de parkeerautomaten onttrokken en zich toegeëigend, wat leidde tot aanzienlijke financiële schade voor het medisch centrum. Het hof oordeelde dat de verdachte misbruik had gemaakt van zijn positie en het vertrouwen dat in hem was gesteld ernstig had geschaad. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet met voldoende zekerheid kon worden beschuldigd van verduistering, maar het hof verwierp deze argumenten. Het hof oordeelde dat de redelijke termijn van de procedure was overschreden, maar dat dit niet leidde tot een lagere straf. De op te leggen straf werd gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en het hof verklaarde een geldbedrag en enkele goederen verbeurd.