ECLI:NL:GHAMS:2016:5713

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 december 2016
Publicatiedatum
3 januari 2017
Zaaknummer
23-003345-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdzaak van diefstal met braak in vereniging uit auto

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een jeugdige verdachte, geboren in 2000, die beschuldigd werd van diefstal met braak in vereniging uit een auto. De tenlastelegging stelde dat de verdachte op of omstreeks 19 maart 2016 in Amsterdam, samen met anderen, een autoradio had weggenomen uit een auto, waarbij hij zich toegang tot het voertuig had verschaft door middel van braak.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 15 december 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een veroordeling tot dezelfde straf als in eerste aanleg heeft gevorderd, maar zonder aftrek van voorarrest. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. Ondanks dat de verdachte mogelijk deel uitmaakte van een groep jongens die door getuigen bij de auto zijn gezien, was er geen bewijs dat de verdachte een significante rol heeft gespeeld in de diefstal.

Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier de uitspraak hebben gedaan op de openbare zitting.

Uitspraak

parketnummer: 23-003345-16
datum uitspraak: 29 december 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 13 september 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-059618-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 december 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 maart 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen een (front van een) autoradio, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed, onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak/verbreking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kinderrechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd, met dien verstande dat geen aftrek van voorarrest zou moeten worden toegepast.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof kan niet wettig en overtuigend worden bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Ook indien er van uit wordt gegaan dat de verdachte deel uitmaakte van de groep jongens die de getuigen bij de bewuste auto hebben gezien, is op geen enkele manier duidelijk geworden welke rol de verdachte heeft gehad. Dat de verdachte enige – laat staan een voor een bewezenverklaring vereiste significante en wezenlijke – bijdrage aan de ten laste gelegde diefstal heeft geleverd, volgt op geen enkele wijze uit het dossier zodat het medeplegen niet bewezen kan worden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. A.M. Kengen en mr. N.R.A. Meerbeek, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 december 2016.