ECLI:NL:GHAMS:2016:5702
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake diefstal met vrijspraak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 maart 2014 was gewezen. De verdachte, geboren op 16 februari 1993 in Marokko, was beschuldigd van diefstal van een laptop en een tas uit een auto. De tenlastelegging stelde dat de verdachte samen met anderen de diefstal had gepleegd door een ruit van de auto in te slaan. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 21 januari en 16 december 2016 heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat het vonnis van de politierechter nietig was, omdat het proces-verbaal niet correct was opgemaakt en ondertekend. Het hof oordeelde dat, hoewel het proces-verbaal niet geldig was, dit niet leidde tot terugwijzing naar de politierechter, omdat het gebrek niet een van de gronden was die in de wet zijn genoemd voor terugwijzing. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes weken verworpen. De raadsman voerde aan dat de staandehouding en aanhouding van de verdachte onrechtmatig waren, maar het hof oordeelde dat er voldoende reden was voor de verbalisanten om de verdachte aan te houden. Uiteindelijk oordeelde het hof dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen van de diefstal, omdat niet kon worden vastgesteld wie de diefstal daadwerkelijk had gepleegd. Het hof sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en vernietigde het vonnis van de politierechter.