ECLI:NL:GHAMS:2016:5694
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- W.M.C. Tilleman
- H.W.J. de Groot
- Rechtspraak.nl
Beslag op voertuig en verzoek tot opheffing in strafzaak met schadevergoedingseisen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2016 uitspraak gedaan over een klaagschrift dat op 5 juli 2016 was ingediend door de klager, die in 1987 in Roemenië is geboren. Het klaagschrift betreft de opheffing van het beslag op een personenauto die in beslag was genomen in het kader van een strafzaak met parketnummer 23-002428-16. De klager verzocht om teruggave van de auto onder betaling van een voorgestelde zekerheidsstelling van € 5.000,00. De rechtbank Amsterdam had eerder op 22 juni 2016 beslist dat de klager een zekerheidsstelling van € 12.200,00 moest betalen in plaats van de auto terug te krijgen. De klager was veroordeeld voor openlijk geweld in vereniging en zware mishandeling, en had schadevergoedingsmaatregelen opgelegd gekregen aan benadeelde partijen.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift in raadkamer heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat het klaagschrift ongegrond verklaard moest worden, omdat het conservatoir beslag van € 12.200,00 ten behoeve van de slachtoffers nog steeds van kracht was. Het hof heeft vastgesteld dat er schadevergoedingen waren gevorderd door benadeelde partijen, en dat het eindbedrag dat de klager zou moeten betalen nog niet kon worden vastgesteld. Daarom werd besloten dat het beslag op de auto moest voortduren totdat er een definitieve uitspraak was gedaan in de strafzaak.
Het hof heeft uiteindelijk het beklag ongegrond verklaard en bevolen dat de beschikking onverwijld aan de klager moest worden betekend. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en werd ondertekend door de voorzitter en de griffier.