ECLI:NL:GHAMS:2016:5664

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2016
Publicatiedatum
29 december 2016
Zaaknummer
23-004911-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met aanvullende overwegingen en beslissingen inzake beslag en werkstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 30 november 2015 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1986, die in hoger beroep is gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 13 september 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft het vonnis bevestigd, maar voegde enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering toe aan de overwegingen.

Het hof heeft in zijn aanvullende overwegingen vastgesteld dat de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet hebben geleid tot een ander oordeel over de opgelegde werkstraf. Daarnaast heeft het hof zich uitgesproken over het beslag dat is gelegd op een geldbedrag van € 356,55, dat aan de verdachte toebehoort. Dit bedrag zal verbeurd worden verklaard, omdat het is verkregen door middel van het ten laste gelegde en bewezen verklaarde.

De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep wordt bevestigd, met inachtneming van de eerder genoemde overwegingen. Tevens is er een geldbedrag van € 25,00 verbeurd verklaard en is de teruggave van € 331,55 aan de verdachte gelast. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de rechters P.A.M. Hoek, E. Mijnsberge en M. Gonggrijp-van Mourik zitting hadden, en is ondertekend door de griffier A. Stronkhorst.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-004911-15
Datum uitspraak: 27 september 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 november 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-148134-14 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
13 september 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen onder vermelding van artikel 63 Sr.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof aan de toepasselijke wettelijke voorschriften de volgende artikelen toevoegt: de artikelen 33, 33a en 63 van het Wetboek van Strafvordering. Voorts vult het hof het vonnis waarvan beroep aan met de hiernavolgende overwegingen en beslissingen.

Aanvullende overweging

Het hof overweegt dat hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep met betrekking tot de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van de verdachte is aangevoerd, niet tot een ander oordeel heeft geleid ten aanzien van de omvang van de opgelegde werkstraf.

Beslissing ten aanzien van het beslag

Het hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 356,55 behoort aan de verdachte toe. Het zal worden verbeurd verklaard ten aanzien van het geldbedrag dat door middel van het ten laste gelegde en bewezen verklaarde is verkregen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een
geldbedrag van € 25,00.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een geldbedrag van € 331,55.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.A.M. Hoek, mr. E. Mijnsberge en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
27 september 2016.
Mr. P.A.M. Hoek en mr. M. Gonggrijp-van Mourik zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.