In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1987 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor vermogensdelicten. De tenlastelegging betrof diefstal van een Samsungtablet ter waarde van circa € 750,- uit een winkelpand van Mediamarkt in Amsterdam op 27 september 2015. Tijdens de zitting op 17 augustus 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft het eerdere vonnis vernietigd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.
Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaring van diefstal. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 weken, maar de advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een straf van 4 weken. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals het feit dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vergelijkbare delicten. Het hof heeft uiteindelijk besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 2 weken, waarbij het hof de oriëntatiepunten voor straftoemeting in acht heeft genomen. De beslissing van het hof is genomen in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. S.J. Riem, die buiten staat was om te ondertekenen.