ECLI:NL:GHAMS:2016:5650
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen vervangende hechtenis wegens niet-voltooide taakstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 augustus 2016 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een veroordeelde die niet volledig had voldaan aan de opgelegde taakstraf. De veroordeelde, geboren in 1979 en thans verblijvende in PI Flevoland, had een taakstraf van 28 uren opgelegd gekregen, waarvan hij 12 uren niet had uitgevoerd. Het Openbaar Ministerie had daarop besloten om vervangende hechtenis van 6 dagen ten uitvoer te leggen. De veroordeelde heeft hiertegen bezwaar aangetekend.
Het hof heeft het bezwaarschrift tijdig ontvangen en heeft de betrokken partijen, waaronder de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de veroordeelde, gehoord. De advocaat-generaal heeft gepleit voor gegrondverklaring van het bezwaarschrift. Het hof heeft vastgesteld dat de niet-uitvoering van de taakstraf volledig aan de veroordeelde zelf te wijten is, maar heeft ook rekening gehouden met het feit dat de veroordeelde nog een andere taakstraf moet verrichten. Dit heeft het hof doen besluiten om de veroordeelde een laatste kans te geven.
Uiteindelijk heeft het hof het bezwaarschrift gegrond verklaard en bepaald dat de veroordeelde de resterende 12 uren taakstraf moet voltooien binnen een termijn van 6 maanden, gerekend vanaf de datum van de uitspraak. Tevens is de beslissing van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis ongedaan gemaakt. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof en is openbaar uitgesproken op de zitting van 8 augustus 2016.