Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1984, was beschuldigd van diefstal van een vest en een tas op 19 februari 2015 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof zich niet kon verenigen met de bewijsbeslissing. Tijdens de zitting op 13 december 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van drie weken had geëist. Echter, het hof oordeelde dat de bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen, niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal vast te stellen. De getuigen hadden weliswaar verdachte gedragingen waargenomen, maar er was geen onomstotelijk bewijs dat de verdachte daadwerkelijk de diefstal had gepleegd. Het hof concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij het ten laste gelegde had begaan, en sprak hem vrij. De beslissing van het hof werd genomen door de meervoudige strafkamer, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier.