Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Terugkijkend op het verkorte boekjaar 2012 stellen wij dat de zeven maanden Braincap, rekening houdend met het uitdagende startpunt, redelijk succesvol zijn geweest. Deze eerste maanden hebben een gezonde basis gelegd voor een bescheiden omzetgroei en een positief nettoresultaat in 2013.(…)
Samenvatting
- Operationeel resultaat positief
- Hogere doorstartkosten
- Arbeidsvoorwaardelijk geen recht op bonus
- Gedeeltelijke bonusuitkering
- Vooruitzichten 2013 positief.(…)
”.
Ziet er ook vanuit Italië goed uit, lijkt me alleen handig gezien de procedure die loopt tegen [appellant] om de vacature van Java even van de site te halen.”
De keuze voor ontslag is gevallen op [appellant] omdat hij voorafgaande de indiensttreding bij Braincap later in dienst is getreden bij de rechtsvoorgangster dan Dudock”. [appellant] heeft inhoudelijk verweer gevoerd tegen deze ontslagaanvraag. Het UWV heeft op 24 juli 2013 de verzochte vergunning verleend. Het UWV heeft daartoe onder andere overwogen “
is gebleken dat voor werknemer sinds september 2012 bemiddelingsactiviteiten hebben plaatsgevonden en dat thans aannemelijk is geworden dat herplaatsing bij potentiële opdrachtgevers vooralsnog niet concreet tot de mogelijkheden behoort.”Het UWV heeft ten slotte overwogen: "(…)
dat, indien er binnen 26 weken na bekendmaking van deze toestemming een passende vacature voor werkzaamheden van dezelfde aard voor betrokken werknemer ontstaat, betrokken werknemer door u zal worden benaderd en als kandidaat voor de terbeschikkingstelling bij die opdrachtgever / inlener zal worden voorgedragen”.
3.Beoordeling
grieven I en IIzijn gericht tegen de overwegingen van de kantonrechter dat, kort samengevat, de door het UWV aan de vergunning gestelde voorwaarde niet is overtreden.
Grief IIIis gericht tegen de overweging van de kantonrechter dat dient te worden uitgegaan van een dienstverband vanaf 29 mei 2012 en niet vanaf 1993 en
grief IVis gericht tegen de overweging van de kantonrechter dat dient te worden uitgegaan van een opzegtermijn van een maand.
Grief Vis gericht tegen de overweging van de kantonrechter dat “
niet kan worden geoordeeld dat Braincap niet in redelijkheid tot de beslissing heeft kunnen komen om het bedrijf op een andere wijze te organiseren.”.
Grief VIis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat “
de opzegging van de arbeidsovereenkomst met [appellant] in overeenstemming is met de eisen van goed werkgeverschap en niet kennelijk onredelijk is”.
Grief VIIis gericht tegen de proceskostenveroordeling. In
grief VIIIwordt aangevoerd dat de kantonrechter heeft nagelaten te beslissen op de vordering tot toekenning van een vergoeding voor het gemis van de leaseauto gedurende de niet in acht genomen opzegtermijn.
de toelichting en de overgelegde (financiële) gegevens over 2012 bij elkaar genoegzaam aanleiding geven om als (economische) reden voor de aanvraag te dienen dan wel uw[Braincaps, toevoeging hof]
besluit tot ingrijpen rechtvaardigen.”In zijn dagvaarding in eerste aanleg heeft [appellant], in punt 3.24 tot en met 3.26 wederom aangevoerd dat indien de eenmalige doorstartkosten over tien jaar zouden zijn afgeschreven, het resultaat over 2012 € 405.946,- positief zou zijn geweest, in plaats van € 322.736,- negatief, en dat Braincap zelf bij brief van 25 maart 2013 aanvoert dat het resultaat over 2012 én 2013 zeer bescheiden positief respectievelijk positief is. In punt 3.29 wijst [appellant] er op dat Braincap stelt dat het genormaliseerde resultaat over 2012 niet maatgevend is voor 2013 en dat “De prognose toont het tegendeel”, doch dat Braincap geen prognose over 2013 overlegt. Het hof constateert dat Braincap, in eerste aanleg noch in hoger beroep, prognoses, laat staan gerealiseerde cijfers, over (een gedeelte van) 2013 overlegt, dit terwijl [appellant] op het ontbreken daarvan al in zijn dagvaarding in eerste aanleg had gewezen. Of er valide gronden waren om [appellant] te ontslaan, en of de gevolgen van het gegeven ontslag voor [appellant] te ernstig waren, gelet op de belangen van Braincap bij dat ontslag, hangt onder andere af van de bedrijfseconomische situatie van Braincap ten tijde van het ontslag. [appellant] heeft niet weersproken dat Braincap over 2012 een negatief resultaat heeft behaald van € 322.736,-, doch Braincap heeft niet weersproken dat dit negatief resultaat onder andere het gevolg was van volgens Braincap gemaakte “eenmalige doorstartkosten” ter grootte van € 728.682,-.
Hierbij is overwogen dat, indien er binnen 26 weken na bekendmaking van deze toestemming een passende vacature voor werkzaamheden van dezelfde aard voor betrokken werknemer ontstaat, betrokken werknemer door u zal worden benaderd en als kandidaat voor de terbeschikkingstelling bij die opdrachtgever / inlener zal worden voorgedragen”.