Uitspraak
mr. H.B. de Regt, kantoorhoudende te Alkmaar,
mr. M.C. Schepel,kantoorhoudende te Den Haag.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als [A] ;
- verweerster als [C] ;
- belanghebbende als [B] ;
- [D] als [D] ;
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 23 december 2016, wordt een verzoek behandeld van de besloten vennootschap [A] om het onderzoeksbudget te verhogen en de vergoeding van de onderzoeker vast te stellen. Het onderzoek betreft het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap [C]. De Ondernemingskamer had eerder, in april 2014, een onderzoek bevolen en het budget vastgesteld op € 20.000. De onderzoeker, mr. H.C. den Hollander, heeft op 3 december 2016 verzocht om het budget te verhogen naar € 35.500, wat door de Ondernemingskamer in overweging werd genomen. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, waarbij mr. M.C. Schepel zich heeft gesteld voor de belanghebbende [B].
De Ondernemingskamer constateert dat de onderzoeker niet alleen onderzoekswerkzaamheden heeft verricht, maar ook heeft deelgenomen aan overleg tussen partijen gericht op het bereiken van een minnelijke regeling. Dit maakt het moeilijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende werkzaamheden van de onderzoeker. De Ondernemingskamer oordeelt dat de vergoeding van de onderzoeker niet beperkt hoeft te zijn tot een bepaalde categorie van werkzaamheden, mits deze voldoende verband houden met de taak van de onderzoeker.
De Ondernemingskamer besluit uiteindelijk het onderzoeksbudget te verhogen naar € 35.500 en de vergoeding van de onderzoeker op hetzelfde bedrag vast te stellen. Tevens wordt bepaald dat het verslag van het onderzoek ter griffie ter inzage ligt voor belanghebbenden. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Tillema.