Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 oktober 2015 te Amsterdam als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een voertuig te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en/of aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 28 oktober 2015 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmotivering
In aanvulling hierop heeft de raadsman aangevoerd dat het de verdachte bij aanvang van de ademanalyse onvoldoende duidelijk is uitgelegd wat de bedoeling was en dat hem een tweede kans moest worden gegeven.
Bewezenverklaring
hij op 28 oktober 2015 te Amsterdam als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een voertuig te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
21 (eenentwintig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.