Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[geïntimeerde sub 1]
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van N.V. Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij (hierna: Nh 1816) tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had geoordeeld dat Nh 1816 dekking verleent voor schade die is ontstaan door wateroverlast en belendingenschade, ondanks een uitsluitingsclausule in de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) die schade door onroerende zaken in aanbouw uitsluit. Nh 1816 betwistte deze uitleg van de uitsluitingsclausule en stelde dat de rechtbank een te beperkte uitleg had gegeven aan de clausule. Het hof overweegt dat de uitleg van de uitsluitingsclausule afhankelijk is van objectieve factoren en dat de bewoordingen van de clausule niet duiden op een uitsluiting van schade door bouwactiviteiten. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat de uitsluitingsclausule niet van toepassing is op de schade die door de bouwactiviteiten is ontstaan. Nh 1816 krijgt echter de gelegenheid om haar verweer tegen de omvang van de advocatendeclaraties van de tegenpartij nader uit te werken. De zaak wordt verwezen naar de rol voor overlegging van procesdossiers door de geïntimeerden.