ECLI:NL:GHAMS:2016:5409

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2016
Publicatiedatum
21 december 2016
Zaaknummer
200.184.924/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in het kader van enquêterecht met betrekking tot Staphorst Ontwikkeling B.V. en Staphorst Ontwikkeling 2 B.V.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 21 december 2016, wordt een verzoek behandeld van de onderzoeker naar aanleiding van een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Staphorst Ontwikkeling B.V. en Staphorst Ontwikkeling 2 B.V. Het onderzoek is bevolen op 12 mei 2016, waarbij een maximum bedrag van € 30.000 was vastgesteld voor de kosten van het onderzoek. De onderzoeker, drs. E.A. Marseille RA, heeft op 10 november 2016 verzocht om dit bedrag te verhogen met € 10.000, omdat er nieuwe ontwikkelingen waren die nader onderzoek vereisten. De Ondernemingskamer heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over dit verzoek kenbaar te maken, maar geen van de partijen heeft hierop gereageerd.

De Ondernemingskamer heeft in haar overwegingen aangegeven dat de verzoeken van de onderzoeker gerechtvaardigd zijn, gezien de ontwikkelingen die zich in de zaak hebben voorgedaan. De Ondernemingskamer heeft besloten het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen tot € 40.000, exclusief omzetbelasting. Tevens is bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Staphorst Ontwikkeling B.V. en Staphorst Ontwikkeling 2 B.V., die ook zekerheid moeten stellen voor de betaling van dit bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen op het verzoek van de onderzoeker zijn aangehouden.

Uitspraak

Beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.184.924/01 OK en 200.184.924/02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 december 2016
inzake
1. de vennootschap onder firma
EXPLOITATIE MAATSCHAPPIJ STAPHORST V.O.F.,
gevestigd te Staphorst,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
3. a.
[B],
b.
[C],
c.
[D],
d.
[E],
e.
[F],
allen wonende te [....] ,
handelend onder de naam firma
[G],
gevestigd te [....] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[H],
gevestigd te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[I],
gevestigd te [....] ,
6. a.
[J],
[K],
beiden wonende te [....] ,
handelend onder de naam
[L],
7.
[M],
wonende te [....] ,
8.
[N],
wonende te [....] ,
handelend onder de naam
[O],
9.
[P],
wonende te [....] ,
handelend onder de naam
[Q],
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. T.J. Teggelaar, kantoorhoudende te Nijmegen,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAPHORST ONTWIKKELING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAPHORST ONTWIKKELING 2 B.V.,
beide gevestigd te Staphorst,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de stichting
STICHTING NMTHREE,
gevestigd te Zenderen, gemeente Borne,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen
mr. A.J. Beljaars-Vink, kantoorhoudende te Breda, thans
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
e n (in de zaak met zaaknummer 200.184.924/02 OK) t e g e n
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEBO VASTGOED B.V.,
gevestigd te Kraggenburg, gemeente Noordoostpolder,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
  • verzoekers sub 1 tot en met 9 gezamenlijk als EMS c.s.;
  • verweerster sub 1 als Staphorst Ontwikkeling;
  • verweerster sub 2 als Staphorst Ontwikkeling 2;
  • verweersters gezamenlijk als Staphorst Ontwikkeling c.s.;
  • belanghebbende sub 1 als NMThree;
  • belanghebbende sub 2 als NEBO.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 12 mei 2016 en 18 mei 2016.
1.3
Bij de beschikking van 12 mei 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Staphorst Ontwikkeling c.s. over de periode van 1 januari 2013 tot 4 februari 2016, is een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en is het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 30.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij de beschikking van 18 mei 2016 is als onderzoeker drs. E.A. Marseille RA te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd.
1.4
Bij brief, met bijlagen, van 10 november 2016 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht:
  • haar te machtigen als bedoeld in artikel 2:351 lid 2 BW tot het raadplegen van de administratie van NEBO, een nauw met Staphorst Ontwikkeling c.s. verbonden rechtspersoon, en;
  • om het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen met € 10.000 (ex btw).
Naar aanleiding van het eerstgenoemde verzoek heeft de Ondernemingskamer ontvangen: een brief van 11 november 2016 van mr. N.W.M. van den Heuvel, advocaat te Breda, namens NMThree en een e-mailbericht, met bijlage, van dezelfde datum van mr. Teggelaar voormeld namens EMS c.s. De Ondernemingskamer heeft partijen bij brieven van 17 november 2016 in de gelegenheid gesteld zich over beide verzoeken van de onderzoeker uit te laten.
1.5
De Ondernemingskamer heeft op 7 december 2016 een schriftelijke reactie van NEBO ontvangen betreffende het verzoek van de onderzoeker tot machtiging als bedoeld in artikel 2:351 lid 2 BW. EMS c.s. hebben daarop gereageerd bij brief van diezelfde datum van mr. Teggelaar.
1.6
De Ondernemingskamer heeft bij brief van 12 december 2016, met afschrift aan partijen, de onderzoeker verzocht duidelijk te maken of in plaats van een verzoek ex artikel 2:351 lid 2 BW, gelet op hetgeen zij daarover heeft aangevoerd, niet volstaan kan worden met een verzoek ex artikel 2:352 BW.
1.7
De onderzoeker heeft bij e-mail van 16 december 2016, cc aan mr. Teggelaar en mr. Van Dijk voormeld, de Ondernemingskamer gemeld dat mr. Van Dijk haar relevante informatie heeft doen toekomen en dat hij kenbaar heeft gemaakt nog meer informatie te zullen aanleveren. Daarop heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht haar uitstel te verlenen voor het voldoen aan het in 1.6 genoemde verzoek. Wel heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht te beslissen op haar verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget, dat zij met redenen heeft omkleed.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer ziet in de in 1.7 genoemde e-mail van de onderzoeker aanleiding thans te beslissen op haar verzoek het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen met € 10.000 (ex btw) en iedere beslissing op haar verzoek haar te machtigen als bedoeld in artikel 2:351 lid 2 BW tot het raadplegen van de administratie van NEBO aan te houden.
2.2
De onderzoeker acht de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget gerechtvaardigd gelet op de beschreven ontwikkelingen die zich in deze zaak hebben voorgedaan in de voorgaande maanden. Deze behoren volgens haar nader te worden onderzocht. Naar verwachting zal het reeds door haar opgestelde conceptonderzoeksverslag ingrijpend moeten worden aangepast als gevolg van deze ontwikkelingen. Dit noopt ook tot een nieuwe ronde hoor en wederhoor, waarin bovendien de curator van NPB Beheer B.V. als nieuwe belanghebbende (namelijk als aandeelhouder van Staphorst Ontwikkeling) is verschenen, aldus de onderzoeker.
2.3
Geen der partijen heeft gebruik gemaakt van de door de Ondernemingskamer geboden gelegenheid zich uit te laten over het verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget met € 10.000 (ex btw).
2.4
De onderzoeker heeft, zo overweegt de Ondernemingskamer, tegen de achtergrond van het vorenoverwogene, de kosten die zij nog verwacht te zullen moeten maken voldoende toegelicht. Het verzoek komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal het kostenverhogingsverzoek van de onderzoeker dan ook toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 12 mei 2016 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Staphorst Ontwikkeling B.V. en Staphorst Ontwikkeling 2 B.V., beide gevestigd te Staphorst, ten hoogste mag kosten tot € 40.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Staphorst Ontwikkeling B.V. en Staphorst Ontwikkeling 2 B.V. en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op haar verzoek en op de door haar te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dienen te stellen voor de betaling van (de verhoging van) dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing op het verzoek van de onderzoeker aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. G.C. Makkink en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en drs. C. Smits-Nusteling, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 december 2016.