ECLI:NL:GHAMS:2016:5396

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2016
Publicatiedatum
20 december 2016
Zaaknummer
23-001194-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake diefstal van een sixpack bier met aanvulling van verweer

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 14 maart 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1958, was aangeklaagd voor diefstal van een sixpack bier. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken en dat de vordering tot tenuitvoerlegging zou worden toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een aanvulling op het verweer dat in hoger beroep is gevoerd.

De raadsman van de verdachte voerde aan dat niet bewezen kon worden dat de verdachte opzet had op wederrechtelijke toe-eigening, omdat hij het sixpack bier niet onder zijn jas maar onder zijn arm had gestopt en met geld in zijn hand de kassa was gepasseerd. Het hof verwierp dit verweer, omdat uit de bewijsmiddelen bleek dat de verdachte een winkelmandje bij zich had, maar het sixpack onder zijn jas had gestopt en de kassa was gepasseerd zonder het artikel af te rekenen. Het hof concludeerde dat de handelswijze van de verdachte erop wees dat hij de intentie had om het sixpack bier wederrechtelijk toe te eigenen.

Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, waarbij het hof de overwegingen van de politierechter in acht nam en het vonnis aanvulde met de bespreking van het in hoger beroep gevoerde verweer. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, G.J. van Klompenburg, en vond plaats op een openbare terechtzitting.

Uitspraak

parketnummer: 23-001194-16
datum uitspraak: 20 oktober 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 maart 2016 in de strafzaak onder de parketnummers
13-701463-16 en 13-702378-14 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1958,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 oktober 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken en heeft gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden toegewezen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof het vonnis aanvult met bespreking van een in hoger beroep gevoerd verweer.

Bespreking gevoerd verweer

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat niet kan worden bewezenverklaard dat de verdachte opzet heeft gehad op wederrechtelijke toe-eigening, nu hij het six-pack bier niet onder zijn jas maar onder zijn arm heeft gestopt en, met het geld in zijn hand, de kassa is gepasseerd, met de bedoeling het artikel af te rekenen bij de sigarettenbalie van de winkel.
Het hof verwerpt hetgeen de raadsman op dit punt heeft aangevoerd nu uit de door het hof te bezigen bewijsmiddelen anders blijkt. De verdachte droeg tijdens het winkelen een winkelmandje bij zich. In plaats van het six-pack in het mandje te leggen, stopt de verdachte het six-pack onder zijn jas. Vervolgens is hij de kassa gepasseerd, zonder dit artikel af te rekenen. Het hof heeft overigens niet uit de zich in het dossier bevindende stukken kunnen afleiden dat de verdachte bij het passeren van de kassa geld in zijn hand had. Naar het oordeel van het hof volgt uit de handelswijze van de verdachte dat de verdachte het oogmerk had zich het six-pack bier wederrechtelijk toe te eigenen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W. Moors, mr. S. Clement en mr. H.W.J. de Groot, in tegenwoordigheid van
G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 oktober 2016.