ECLI:NL:GHAMS:2016:5395

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2016
Publicatiedatum
20 december 2016
Zaaknummer
23-002694-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugwijzing van de zaak naar de politierechter na vernietiging van het vonnis

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 juni 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in Turkije in 1960, was beschuldigd van het stelen van een fiets op of omstreeks 30 mei 2014 in Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep werd door de raadsvrouw van de verdachte aangevoerd dat de zaak teruggeworpen moest worden naar de politierechter, omdat het verzet tijdig was ingesteld. Dit werd ondersteund door een aanvullend proces-verbaal van bevindingen van 13 oktober 2016, waaruit bleek dat de verdachte geen strafbeschikking had ontvangen bij zijn heenzending op 31 mei 2014.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte tijdig verzet heeft ingesteld tegen de strafbeschikking, en dat de beslissing van de politierechter om het verzetschrift niet-ontvankelijk te verklaren onjuist was. Gezien deze bevindingen heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd. Aangezien de rechter in eerste aanleg niet op de hoofdzaak heeft beslist, en de raadsvrouw van de verdachte terugwijzing heeft verzocht, heeft het hof besloten de zaak terug te wijzen naar de politierechter van de rechtbank Amsterdam, zodat er recht kan worden gedaan met inachtneming van het arrest van het hof.

Uitspraak

parketnummer: 23-002694-15
datum uitspraak: 20 oktober 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 juni 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13-120441-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1960,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 oktober 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 mei 2014 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep en verzoek terugwijzing

De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht dat
de zaak dient te worden teruggewezen naar de politierechter, aangezien het verzet tijdig is ingesteld en derhalve wel ontvankelijk is. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat er een aanvullend proces-verbaal van bevindingen is opgemaakt op 13 oktober 2016 waaruit blijkt dat aan de verdachte bij zijn heenzending – anders dan in het proces-verbaal van 31 mei 2014 is opgenomen – geen strafbeschikking is uitgereikt.
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep geconcludeerd dat het verzet ontvankelijk is.
Het hof overweegt als volgt. Tot de stukken van het dossier behoort een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 13 oktober 2016, waaruit blijkt dat aan de verdachte tijdens zijn heenzending op 31 mei 2014 geen strafbeschikking is uitgereikt. Ook is niet komen vast te staan dat de verdachte op een andere wijze eerder dan 2 juni 2014 kennis heeft gekregen van de strafbeschikking. Hieruit moet worden afgeleid dat de verdachte tijdig verzet heeft ingesteld tegen de strafbeschikking, zodat de beslissing van de politierechter om het verzetschrift van de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren achteraf bezien onjuist was.
Het hof zal - gezien hetgeen hiervoor is overwogen - het vonnis van de politierechter vernietigen.
Nu de rechter in eerste aanleg niet op de hoofdzaak heeft beslist en de raadsvrouw van de verdachte terugwijzing heeft verlangd zal het hof, gelet op artikel 423, tweede lid Wetboek van Strafvordering
de zaak terugwijzen naar de politierechter van de rechtbank Amsterdam.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst de zaak terug naar de rechtbank Amsterdam ter zake van het ten laste gelegde, teneinde met inachtneming van dit arrest recht te doen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W. Moors, mr. S. Clement en mr. H.W.J. de Groot, in tegenwoordigheid van
G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 oktober 2016.