In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1977 en thans gedetineerd, was aangeklaagd voor het opzettelijk toebrengen van pijn en letsel aan zijn hond, een Amerikaanse Bulldog, in de periode van 22 juni tot en met 4 juli 2015 te Uitgeest. De tenlastelegging omvatte het slaan en schoppen van de hond, wat leidde tot letsel en een schending van de gezondheid en het welzijn van het dier. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting en de verklaringen van getuigen, waaronder twee getuigen die de mishandeling hebben waargenomen. De verdachte heeft ontkend dat hij de hond heeft mishandeld en beweerde dat de hond tegen een auto was gelopen. Het hof heeft echter de verklaringen van de getuigen en de medische rapporten van de dierenarts als overtuigend beschouwd. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte schuldig is aan de mishandeling van de hond en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren en verbeurdverklaring van de hond. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte.