Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning. De appellanten, die al 33 jaar in de woning huurden, werden geconfronteerd met de ontbinding van hun huurovereenkomst omdat in zowel hun gehuurde woning als in een loods zware wapens, explosieven, drugs en gestolen goederen waren aangetroffen. De burgemeester had de loods op 17 september 2014 gesloten, en de politie had op dezelfde dag de woning doorzocht, waarbij contanten en vuurwapens in beslag waren genomen. De kantonrechter had eerder de vorderingen van de verhuurder, Stichting Ymere, toegewezen en de huurovereenkomst met betrekking tot de loods ontbonden en de woning per 1 januari 2016 ontruimd. De appellanten voerden aan dat de loods zich op enige afstand van de woning bevond en dat hun gedrag in de loods geen invloed had op de woning. Het hof oordeelde echter dat de afstand tussen de loods en de woning zo gering was dat de gedragingen van de appellanten in de loods ook de leefomgeving van de woning beïnvloedden. Het hof bevestigde dat de strafrechtelijke veroordeling van de appellanten voor het bezit van deze zaken in strijd was met goed huurderschap, zoals vastgelegd in artikel 7:213 BW. De persoonlijke omstandigheden van de appellanten, waaronder hun lange huurperiode, waren niet voldoende om het oordeel van de kantonrechter te weerleggen. Het hof bekrachtigde het bestreden vonnis en veroordeelde de appellanten in de kosten van het hoger beroep.