Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven met producties;
- memorie van antwoord, met producties;
- akte uitlating, tevens akte overlegging producties;
- antwoordakte.
subsidiair
primair en subsidiair
2.Feiten
f14.157,34. Artikel 6 van de overeenkomst (ten onrechte aangeduid als artikel 8) bepaalt hierover:
opt-outverklaring uitgebracht, zodat de WCAM-overeenkomst hem niet bindt.
3.Beoordeling
grief 1de verwerping door de kantonrechter van het beroep op de artikelen 1:88 en 1:89 BW (rov. 7.3 en 7.4). [appellant] betoogt, kort samengevat, dat hij en zijn echtgenote in verband met de werkzaamheden van [appellant] voor het Nederlandse Ministerie van Defensie slechts tijdelijk op Duits grondgebied woonden (in een Nederlandse woonwijk). Na de uitzending naar Duitsland zouden zij terugkeren naar Nederland. Zij beschouwden Duitsland daarom niet als hun gewone verblijfplaats. Daar komt bij dat zij woonruimte huurden van een aan Defensie gelieerde partij, dat de huur rechtstreeks werd ingehouden op het loon dat Defensie aan [appellant] betaalde, dat in Nederland belasting werd geheven en in Nederland AOW-rechten werden opgebouwd. Bovendien worden de leaseovereenkomsten door Nederlands recht beheerst, zijn deze overeenkomst gesloten tussen Nederlandse partijen en vonden de betalingen plaats via een Nederlandse en/of-rekening, aldus steeds [appellant] .
rechttot aankoop onmiskenbaar gedoeld op de situatie waarin de koersen ten tijde van de tweede en derde aankoop
hogerzouden zijn dan ten tijde van de eerste aankoop; spiegelbeeldig doelt de
plichttot aankoop op de situatie waarin de koersen ten tijde van de tweede en derde aankoop juist
lagerzouden zijn dan ten tijde van de eerste aankoop. Nu artikel 6 duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd, faalt het beroep op de Richtlijn oneerlijke bedingen en op artikel 6:238 lid 2 BW.