Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
.
.Bij de stukken bevindt zich (een vertaling van ) een gelegaliseerd uittreksel van een Egyptische echtscheidingsakte van 19 november 2015 (hierna: Egyptische scheidingsakte).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een echtscheiding tussen een man en een vrouw, die in 2003 in Egypte zijn gehuwd en hun huwelijk in Nederland hebben laten registreren. De man heeft op 28 juli 2016 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw werd bepaald. De man betwist de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en beroept zich op een Egyptische verstotingsakte, die volgens hem erkend moet worden. Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor erkenning van de Egyptische ontbinding. De vrouw heeft niet ingestemd met de verstoting en het huwelijk is nog niet definitief ontbonden.
Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw is bepaald. De man heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem zouden rechtvaardigen. De kinderen geven aan bij hun moeder te willen blijven wonen en er zijn geen aanwijzingen voor onveilige situaties bij de vrouw. De man heeft bovendien een nieuwe partner en woont elders, wat de beslissing van het hof ondersteunt. Het hof bekrachtigt ook de beslissing over het huurrecht van de woning, waarbij de vrouw als hoofdverzorger van de kinderen een groter belang heeft bij het huurrecht.